Het is een goede zaak dat bestuurders in het primair onderwijs sinds een half jaar onder de cao vallen. Dat bleek hard nodig, want het Onderwijsblad toont deze week aan dat raden van toezicht in voorgaande jaren uitermate creatief waren met salarissen en voorwaarden voor bestuurders. Het onderzoek leverde geen waslijst aan grootverdieners op, maar toont volgens de AOb aan dat strakke afspraken noodzaak zijn.
In de huidige cao verdient een bestuurder maximaal 5713 euro bruto per maand. De meeste leerkrachten in het primair onderwijs komen niet verder dan 3274 euro. Werkgevers in de primair onderwijs vinden dat directieleden meer moeten kunnen verdienen en pleiten voor een topinkomen dat vergelijkbaar is met de directieschaal in het voortgezet onderwijs, wat neerkomt op bijna 7000 euro per maand.
Omvang huidige cao meestal meer dan voldoende
Terecht? De AOb vindt van wel, maar alleen in hele uitzonderlijke gevallen. ‘Er zijn een paar bestuurders die verantwoordelijk zijn voor een instelling met meer dan 700 werkplekken. Voor die groep is een dergelijk salaris reëel,’ aldus bestuurslid Liesbeth Verheggen. ‘Voor de rest is 5700 euro al een topsalaris. In veel gevallen is dat loon al buitenproportioneel.’
De AOb volgt het pleidooi van werkgevers om meer ruimte binnen de cao dan ook met gefronste wenkbrauwen. ‘Voor de meeste bestuurders in het primair onderwijs is de omvang van de huidige cao al meer dan voldoende,’ zegt Verheggen.
Geknutseld met bestuurderssalarissen
De afgelopen jaren is er door verschillende raden van toezicht geknutseld met bestuurderssalarissen, blijkt uit onderzoek van het Onderwijsblad. Zo stond een bestuurder in Tilburg voor 1,2 fte op de loonlijst vanwege het gebrek aan ervaring van zijn directe collega en kreeg een bestuurder van SCO Salland in 2009 een bonus van bijna 50 duizend euro, waarmee formeel de ‘opgebouwde rechten’ werden afgekocht. Peeters was dat jaar met ruim 186 duizend euro de best betaalde grootverdiener.
'Houd je baas bij de les'
Dat soort situaties wil de AOb niet meer. ‘Het is dus een zegen voor het onderwijs dat de bestuurders weer in de cao worden ondergebracht. Maar daarnaast moet voor bestuurders duidelijk zijn dat ze ook binnen die normen te veel geld kunnen verdienen. Het moet geen race naar het salarisplafond worden. Een directeur van een bescheiden dorpsschool heeft echt niet zoveel afbreukrisico’s dat hij 5700 euro moet verdienen,’ oordeelt Verheggen.
‘Net als bij de overige onderwijsinstellingen vinden we dat de verdiensten van de top in verhouding moeten staan tot de verdiensten van het personeel. Dat kan daar overigens via de medezeggenschap op toezien. En als men moeite heeft met het vellen van een oordeel, dan helpen we daar graag mee. De AOb heeft een richtlijn ‘Houd je baas bij de les’, waarin we suggesties doen.’
Bron: AOb
