Meisjes scoren sinds drie jaar hoger op de eindtoets van de basisschool dan jongens. Jongens presteren al jaren achtereen slechter. Behaalden jongens in het schooljaar 2010/2011 nog gemiddeld 536,1 punten, vorig jaar was dat 534,6 punten. Dat blijkt uit een analyse van de Citoresultaten door de Universiteit Twente (UT) en onderzoeksbureau Oberon. De onderzoekers hebben geen verklaring voor de dalende scores. 

 

Gedragsdeskundige Lauk Woltring is niet verbaasd over de dalende resultaten. “De aandacht was de afgelopen decennia gericht op meisjes en we zijn de jongens vergeten." Woltring volgt de prestaties van jongens in het onderwijs al 40 jaar en schreef er twee boeken over. Hij noemt vier factoren die volgens hem meespelen: het ontbreken van mannelijke rolmodellen, taliger onderwijs, te weinig aandacht voor de verschillen in hersenrijping tussen jongens en meisjes en een daling in het aantal uren bewegingsonderwijs. Ook kan de invoering van passend onderwijs de cijfers beïnvloeden: er zijn meer jongens dan meisjes die speciale aandacht nodig hebben.

 

Ook in het middelbaar onderwijs ontstaat een achterstand bij jongens, zag onderzoeker Annemarie van Langen van het in onderwijs gespecialiseerde onderzoeks- en adviesbureau KBA Nijmegen. Jongens blijven vaker zitten en gaan vaker naar een lager niveau dan meisjes. Ook is een merendeel van de vroegtijdig schoolverlaters mannelijk. “Misschien verschuift de achterstand die we tussen 1994 en 2010 in het voorgezet onderwijs bij jongens zagen nu naar voren." Ze denkt dat andere factoren ook een rol kunnen spelen. Mogelijk presteren jongens uit zwakke sociale milieus of met een andere etnische achtergrond slechter dan meisjes uit dezelfde omgeving. ,,Enkel naar sekse kijken is een grove maat."