Woutertje Pieterse was een dromerige en poëtische Amsterdamse jongen die door de bekende schrijver Multatuli werd opgevoerd in De geschiedenis van Woutertje Pieterse. Dit werk verscheen eerst in delen in verschillende bundels (de Ideeën), en werd in 1890 door de weduwe van Multatuli uitgebracht als op zichzelf staande roman.

 

De Amsterdamse Wouter Pieterse leefde in de Franse tijd. Hij groeide op in een kleinburgerlijk milieu dat in schril contrast stond met de nieuwsgierigheid en fantasierijke belevingswereld van Wouter. Dit zorgde ervoor dat Wouter vaak botste met de kleinburgerlijke mensen in zijn omgeving. 

 

De Woutertje Pieterse Prijs is vernoemd naar dit boek, omdat de prijs, net als Woutertje Pieterse, wil ‘afwijken van de deugd’. De initiatiefnemers van de prijs wilden nadrukkelijk breken met de traditie van moralisme in kinderboeken. Er worden daarom kinderboeken bekroond die uitzonderlijk zijn voor wat betreft taal, genre, thema, illustratie, vorm en/of vormgeving. 

 

De uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs vindt ieder jaar plaats in maart of april. Naast aandacht voor de winnaar en de genomineerden zijn er twee vaste elementen: de Woutertje Pieterse Lezing en de uitvoering van het Roverslied. De lezing wordt ieder jaar door iemand anders verzorgd en neemt vaak stelling ten aanzien van een actuele kinderboeken-kwestie en benadrukt de eigenzinnigheid van de prijs, door een eigenzinnige kijk op het kinderboekenvak.

 

Dit jaar heeft het boek Alles komt goed, alles de Woutertje Pieterse Prijs gewonnen. De jury koos voor het boek voor de “sfeer, voor ingehouden emotie en een aangrijpend verhaal, voor een hoofdpersoon die ondanks alle ellende en tegenspoed blijft zoeken naar wat het leven mooi maakt, die net als Multatuli’s Woutertje Pieterse de wereld met een open blik tegemoet blijft treden”.