Speciale programma’s voor leesbevordering beogen de leesmotivatie van kinderen te vergroten, opdat zij vaker gaan lezen, meer plezier krijgen in lezen en vaardiger worden in lezen. Veel programma’s vinden plaats in een onderwijscontext, zoals in Nederland de Bibliotheek op school. Een meta-analyse van 88 onderzoeken toont aan dat dergelijke interventies de leesmotivatie en leesvaardigheid van leerlingen een impuls geven. De positieve effecten zijn ‘matig’ of ‘klein’ volgens de richtlijn van Cohen: d=0,28 voor leesmotivatie en d= 0,40 voor begrip (Van Steensel et al., 2016). Dat meldt Stichting Lezen.
Een aantal elementen in leesbevorderingsprogramma’s in het onderwijs blijkt in het bijzonder werkzaam. Ten eerste gaan de leesmotivatie en de leesvaardigheid vooruit dankzij interventies die de nadruk leggen op redenen om te lezen in combinatie met een positief zelfbeeld. Ten tweede helpt het als docenten de leesinteresse van leerlingen prikkelen. Deze interesse kan persoonlijk zijn (een belangstelling voor bepaalde onderwerpen) of situatiegebonden (een leestaak gericht op leesstrategieën). Ten derde kunnen docenten aandacht schenken aan de autonomie van leerlingen (door hen keuzevrijheid te geven in te lezen teksten) en aan de sociale relatie (door hen tijdens de les te laten samenwerken aan leestaken of gesprekken te laten voeren over boeken). De leesmotivatie gaat vooruit dankzij interventies die competentiegevoelens van leerlingen vergroten, bijvoorbeeld door te lezen teksten af te stemmen op hun leesniveau. Externe beloningen, bijvoorbeeld in de vorm van geld, zorgen voor een dalende motivatie om te lezen.
Leesmotivatie
Middelbare scholieren profiteren voor hun leesvaardigheid sterker van leesbevorderingsprogramma’s dan basisscholieren. Zwakke lezers gaan op hun leesmotivatie weer sterker vooruit dan gemiddelde lezers. Dat is goed nieuws, omdat er in het praktijkonderwijs en het vmbo veel kinderen moeite hebben met lezen. Zij kunnen in het bijzonder profiteren van dergelijke interventies.
Centraal thema
In het leesbevorderingsprogramma CORI of Concept-Oriented Reading Instruction zijn het lees- en zaakvakonderwijs geïntegreerd. Leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs (groep 5-7) lezen over een langere periode meerdere en gevarieerde teksten rond een centraal thema, zoals natuurkunde of wereldoriëntatie. Ze kunnen hierdoor concepten en begrippen in verband en samenhang leren. Dit stimuleert zowel het begrijpend lezen als de ontwikkeling van kennis. Een meta-analyse van elf experimentele studies toont effecten van CORI op zowel de leesmotivatie als de leesvaardigheid. De positieve effecten zijn ‘groot’ volgens de richtlijn van Cohen: d=1,20 voor leesmotivatie en d= 0,91 voor tekstbegrip.
Interventies
In Nederland zijn een aantal interventies ontwikkeld die voortbouwen op de inzichten uit CORI: DENK!, Focus op Begrip en Blink Lezen. Leerlingen in groep 5 die meedoen aan Denk!, gaan blijkens een quasi-experimentele studie vooruit in de leesvaardigheid.
Door: Nationale Onderwijsgids