Logo_cindy

Toen Cindy de Borger vanuit Gent naar China vertrok had ze al onderwijservaring, maar het lesgeven aan peuters en kleuters was nieuw. Inmiddels heeft ze een voltijd aanstelling bij de Shanghai Dutch School (SDS), en ziet ze haar peuters en kleuters iedere schooldag. Cindy vertelt wat het lesgeven aan deze jongste groepen zo bijzonder maakt, en wat de voordelen zijn van jong beginnen met NTC-onderwijs: "Je biedt de kinderen een woordenschat aan die ze thuis niet zullen meekrijgen.”

“Ik ben via NOB bij de SDS terechtgekomen, er stond een dubbele vacature uit voor een leerkracht primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Zo kon ik samen met mijn man aan het werk in China. We hebben samen twee kinderen, nu acht en tien jaar oud. Zij zitten ook hier op school. Het is interessant om van je eigen kinderen te zien wat drie jaar buitenland met ze doet: je ziet in hen terug hoe belangrijk woordenschat bijvoorbeeld is, en wat ze tekort komen door het schoollopen in een Engelstalige omgeving. In die zin zijn mijn eigen kinderen een inspiratie.

NTC-onderwijs binnen de internationale school
De Shanghai Dutch School is geïntegreerd in de Britse internationale school (BISS-Puxi), wat wil zeggen dat de NTC-lessen worden ingepast in het curriculum van de internationale school. Er zitten in totaal 89 Nederlandstalige kinderen op de BISS. Ongeveer tachtig procent van de Nederlandstalige leerlingen heeft de Nederlandse achtergrond, de andere twintig procent heeft een Vlaamse origine. Ik heb zelf 9 peuters in de klas, 4 kleuters in groep 1 en 5 kleuters in groep 2. Ik geef overigens ook les aan groep 3 en een aantal uur aan groep 5.

Ik zie mijn peuters en kleuters elke dag even, wat prettig werkt. Voor de peuters heb ik een halfuur zuivere lestijd, het andere halfuur haal ik ze op en breng ik ze weer weg. De kleuters heb ik een kwartiertje langer. Voor alle groepen geldt dat het hoofdcurriculum Brits is, en binnen dat curriculum starten ze al snel met het aanleren van klanken en lezen. Kinderen uit groep 2 kunnen zelfs al lezen, en daar probeer ik dan ook op in te spelen. Het scheelt mij soms ook tijd, als ze in de Britse klas al bijvoorbeeld medeklinkers hebben behandeld. Daar hoef ik dan niet meer uitvoerig op in te gaan. Natuurlijk moet ik wel op de Nederlandse invalshoek blijven focussen, maar je kunt wel ergens op voortbouwen. De uitdaging blijft natuurlijk om alle niveaus binnen een klas de aandacht te geven.

Prentenboeken op het smartboard
De voorzieningen hier helpen om die niveaus tegemoet te komen. Er is voor ons een speciale Nederlandse hoek ingericht in de bibliotheek, compleet met prentenboeken die de kinderen ook mee naar huis mogen nemen. Maar we werken ook veel met ICT-middelen in de klas, ik heb een touchscreen en smartboard in de klas. We hebben een speciale methode waarmee kinderen zelfstandig op het touchscreen kunnen werken, vanaf 2 jaar al. Ik projecteer zelf ook prentenboeken en platen op het bord. Door deze middelen te gebruiken kun je ook makkelijk zelf materiaal maken. Reisfoto’s lenen zich daar goed voor, of een lesthema met familiestamboom. Ik maak in de les zelf ook foto’s en opnamen, om bijvoorbeeld wat voortgang te documenteren en om mooie momenten te bewaren.

Treinen bouwen en poppenspel
Niet alleen de voorzieningen zijn prettig aan de samenwerking met de BISS. Alle communicatie is bijvoorbeeld centraal geregeld, wij hebben een eigen stukje in de nieuwsbrief. De ouders krijgen elke week een brief waarin staat wat er de komende week staat te gebeuren.

Een extra pluspunt is de vakgerichte professionalisering die we vanuit de BISS krijgen. Er was voor mij ook een online cursus, specifiek gericht op kleuterleidsters. Afgelopen zomer heb ik daarnaast deelgenomen aan de Bijscholingscursus van NOB, waar ik aan de slag ben gegaan met poppenspel in de klas. Ik gebruikte al veel spel in de klas, en dat kan ik nu gaan uitbouwen. Daarnaast vond ik het interessant om eens met collega’s uit te wisselen. Je zit toch op je eigen eilandje op school, al overleg je uiteraard wel. Je hebt nou eenmaal een bepaalde specialisatie en het is daarom leuk eens uit te wisselen met anderen.

Dit soort specifieke professionalisering is erg prettig, want de jongste groepen vragen toch een ander soort expertise. Het onderwijs moet interactief, dynamisch, maar vooral heel erg speels zijn. Het onderwijs valt altijd binnen een thema dat soms naadloos aansluit op het thema van de Britse school. Nu is het thema ‘onderweg’. In de klas hebben we een trein van stoelen gebouwd, en laten we de kinderen meedoen in een rollenspel . Er is veel input en begeleiding vanuit jezelf voor nodig, maar op gegeven moment gaan ze het dan zelf overnemen en uitbreiden.

Aanrader voor elke school
De grote inbreng van kinderen is ontzettend leuk aan dit type onderwijs, en ik houd van de ruimte en vrijheid om de interesses van kinderen te kunnen volgen. Het leren en de lessen worden zo als het ware door de leerlingen gevormd – en bij de kleinsten zijn het interactieve en samen spelen vaste waarden.

Ik denk zeker dat peuter-kleuter-onderwijs een aanrader is voor NTC-scholen, omdat je dan al heel snel veel woordenschat aanbiedt die de kinderen thuis niet zullen meekrijgen. Prentenboeken, verhalen, instructies, je geeft zo al veel mee aan een kind, wat later weer een voordeel oplevert. Je moet niet vergeten dat veel kinderen uiteindelijk weinig tijd doorbrengen in een Nederlandstalige omgeving. Ze hebben zoveel voordeel van de vaardigheden die ze al jong aanleren! Bovendien vinden de kinderen het ook heel fijn om naar de Nederlandse klas te komen. Die onderlinge band – het feit dat ze een bepaalde achtergrond delen - voelen ze op jonge leeftijd al, zeker omdat het over de moedertaal gaat.”

Lees verder