Onder werknemers op de kinderopvang is te weinig besef van de gevaren van infectieziektes. En dat terwijl er juist in deze branche veel kans is op het krijgen en overdragen van deze ziekten. Dat stelt Geert van Nispen, bedrijfsarts bij ArboNed.

Een aantal van deze virussen kunnen zeer gevaarlijk zijn voor (zwangere) werkneemsters, maar ook als deze weer worden overgedragen op de kinderen. Voorbeelden zijn difterie, kinkhoest, tetanus, polio, bof, mazelen en rodehond. Hier zijn de meeste mensen voor ingeënt of hebben de ziekte al gehad.

Hepatitis A en B en Waterpokken zitten echter niet in het Rijksvaccinatieprogramma, maar vormen wel een risico voor deze beroepsgroep. Daarbij is het van belang om prik-bijt-snij- of spataccidenten altijd te melden in verband met ziektes als HIV en Hepatitis.

Van Nispen adviseert werkgevers dan ook om alle medewerkers in de kinderopvang te vragen of ze vaccinaties hebben gehad voor deze ziekten, danwel de ziekte hebben doorgemaakt. Zo niet, dan is het belangrijk het vaccinatietraject in te halen.

'Het personeel is constant omringd door kinderen. Die hoesten nog wel eens, of er hangt nog een druppeltje aan hun neus. Werknemers die jong beginnen, maken infecties uit hun jeugd opnieuw door. Daarom moet je zorgen dat het personeel voldoende gevaccineerd is", zegt Van Nispen in dagblad De Telegraaf.

'Voor een paar tientjes per persoon kan iedereen voldoende ingeënt worden. En als blijkt dat je niets nodig hebt, ook prima. Maar dan is in ieder geval het bewustzijn vergroot'.

© Nationale Onderwijsgids