Een aanzienlijk deel van de jongeren gokt. Dat betekent dat ook docenten in het middelbaar onderwijs te maken krijgen met gokkende leerlingen. Eén op de vijftien jongeren heeft het afgelopen jaar weleens gegokt. Dat terwijl gokken onder de 18 jaar verboden is. Maar het blijkt dat er veel online gokkers onder de 18 zijn die toch inloggegevens in handen krijgen van meerderjarige spelers.
Gokken in de klas
Uit de ScholierenMonitor 2023 van het Trimbos Instituut blijkt dat ruim 1 op de 9 jongens wel eens gokt in de klas. Online gokken onder de 18 jaar is verboden, maar met name het wedden op sport blijkt onder jongeren erg populair te zijn. Het casino online neemt zijn verantwoordelijkheid en doet er alles aan om minderjarige gokkers te weren.
Vooral jongens gokken online
Uit het onderzoek blijkt dat veel kinderen tussen de 10 en 16 jaar weleens online hebben gegokt. Verder blijkt dat het vooral jongens zijn die gokken. Ongeveer 11 procent van de respondenten bleek een gokkende jongen te zijn. Onder de meisjes in de leeftijd van 10 tot 16 jaar gokt daarentegen nog geen 2 procent.
Gokbedrijven zijn wettelijk verplicht de leeftijd van spelers te controleren, maar in de praktijk blijkt dat kinderen dat soms weten te omzeilen. Ze gebruiken dan een account van iemand anders of een illegale website uit het buitenland. Dat terwijl kinderen het meest kwetsbaar zijn.
De leerling hulp bieden
De kans is groot dat docenten in het voortgezet onderwijs te maken krijgen met jongeren die illegaal gokken. Het is belangrijk dat een leerling waarvan vast komt te staan dat hij of zij online gokt, passende hulp krijgt aangeboden. Het is daarom belangrijk om het probleem te begrijpen en bespreekbaar te maken. Meteen optreden en straffen uitdelen, leidt vaak alleen maar tot meer problemen. Weinig kinderen kunnen zelfstandig een gokverslaving overwinnen. Om deze reden is het belangrijk om als docent hulp te bieden. Zoek uit hoe de leerling aan het illegale account komt en waarom hij gokt. Vaak zijn er achterliggende problemen die hiertoe hebben geleid. Uiteraard is het belangrijk om de ouders van het kind op de hoogte te stellen van diens gokgedrag.
Houd overzicht en schakel instanties in
Gokken in Nederland mag pas vanaf de leeftijd van 18 jaar. Van jongvolwassenen tussen de 18 en 24 jaar staat vast dat zij erg gevoelig zijn voor gokverslavingen. Vanuit de overheid is er zelf specifiek spelersbeleid ontwikkeld voor deze gokkende cohort. Dat betekent dat kinderen op middelbare schoolleeftijd nog grotere risico’s lopen, omdat hun hersenen nog helemaal niet ontwikkeld zijn om zulke verantwoordelijkheden aan te kunnen. Daarom is het belangrijk als docent overzicht te houden en te bieden. Ga met de leerling in gesprek en praat over de consequenties van illegaal gokken.
Blijf betrokken en houd de leerling regelmatig in de gaten. Zorg ervoor dat er een open sfeer ontstaat om over gokken te praten. Zoek ook uit wat de achtergrond van deze problematiek is. Vaak gebeurt dit door verkeerde sociale kringen of problemen thuis. Daarnaast is het belangrijk om samen met de ouders van het gokkende kind een plan van aanpak te maken om dit probleem op te lossen. Het inschakelen van instanties als Stichting AGOG of de GGZ is aanbevolen.