"In de technische sector is grote behoefte aan een nauwere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De mate waarin hybride docentschap, waarbij professionals een baan in het onderwijs combineren met een andere baan, daaraan bijdraagt is groter dan tot nu toe werd aangenomen”, vertelde Thea Koster, voorzitter Techniekpact, onlangs in de thema nieuwsbrief hybride docentschap.  Ze refereerde daarbij aan de uitkomsten van de onderzoeken die Techniekpact afgelopen periode heeft laten uitvoeren op dit onderwerp. Ik kan dit alleen maar beamen.  

Ik zet mij al jaren in voor een beter aansluiting tussen school en bedrijf in de vorm van professionals uit het technische vakgebied. De voorbeelden die ik om mij heen zie, zijn veelbelovend en lopen over van het enthousiasme. Zoals bijvoorbeeld Brainport Eindhoven die een pilot startte samen met o.a. ASML rondom hybride docentschap. Inmiddels hebben 36 medewerkers parttime ervaring opgedaan als hybride docent. Maar er zijn ook kleinere voorbeelden, zoals het Twents Carmel College dat met intensieve begeleiding inzet op zij-instromers uit het bedrijfsleven. 
 
Ik juich dit soort initiatieven luidkeels toe en ik hoop dat de trend die we zien zich blijft doorzetten, want er valt nog genoeg te winnen op dit gebied. Doorgaans zijn initiatieven als ASML en het Twents Carmel College uitzonderingen op de regel en daarmee blijft veel potentieel liggen. De redenen die ik hoor van scholen en bedrijven? Geen tijd, geen geld, te weinig mankracht. Er wordt gedacht dat hybride docentschap een tijdrovend proces is terwijl het lerarentekort en het tekort aan technisch personeel maar blijft groeien. Dat terwijl de laagdrempelige oplossing voor onze neus ligt en de winst zo gigantisch is: actuele kennis van een gepassioneerde professional uit het bedrijfsleven regelrecht in de klas. Dat blijkt ook uit de publicatie ‘Meer VO-docenten in het Bètadomein’. Oja, en een stressvrijere leerkracht omdat hij de razendsnelle ontwikkelingen uit het vakgebied niet hoeft bij te benen, is ook wel een mooi neveneffect.
 
Begin bijvoorbeeld eens met een gastles of bedrijfsbezoek. Er is altijd wel een bedrijf in de regio dat staat te springen om aan jongeren uit te leggen wat fijnmechanica precies is of hoe een auto in elkaar wordt gezet. Wie weet zit hun toekomstige collega wel in de klas. Uit onderzoek blijkt ook dat 40 procent van de Nederlandse bevolking lesgeven leuk vindt, dus elk bedrijf heeft wel iemand rondlopen die graag uitlegt. Tel daarbij op dat iedereen zo’n 6 uur per week les mag geven zonder bevoegdheid en je begrijpt meteen waarom we echt werk moeten maken van hybride docentschap. Als het bevalt kun je zo’n eenmalige gastles uitbouwen tot een lessenreeks en wie weet een mooie duobaan voor een collega. Kijk wat binnen de mogelijkheden ligt en begin daar mee.
 
Een laatste belangrijk besef bij meer hybride docenten is dat het geen eenmanstaak moet zijn. Het moet breed gedragen worden. Scholen en bedrijven moeten met elkaar om te de tekentafel om het samen tot een succes te maken. Dat vergt veel aanpassingsvermogen van beide partijen want ineens moeten er twee werelden samenkomen. Kijk vooral wat er wél mogelijk is. Als dat lukt, heb je pas een echte win-winsituatie: ontlasting van de fulltime docenten, actuele technische kennis van bedrijfsprofessionals en toekomstig personeel dat goed op de hoogte is van de ontwikkelingen in het vakgebied.
 
Sebastiaan Smit, manager Jet-Net & TechNet
www.jet-net.nl