De Universiteit van Amsterdam (UvA) en Hogeschool van Amsterdam (HvA) hebben vanaf 1 maart ieder een eigen College van Bestuur (CvB). Met dit besluit komt een einde aan de personele unie van beide besturen die sinds 2003 bestond. De HvA en UvA gaan wel door met de samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek. De ondersteunende diensten (administratief, facilitair, ICT, bibliotheken) blijven gezamenlijk werken voor zowel de universiteit als de hogeschool. Dit melden UvA en HvA.
In 2016 werd de samenwerking tussen UvA en HvA geëvalueerd. De conclusie van het onderzoek was dat er op veel plaatsen goed wordt samengewerkt rond onderwijs en onderzoek, maar dat de bestuurlijke samenwerking daarbij beperkte meerwaarde heeft. Voor de ondersteunende diensten, die ook werden onderzocht, luidde de conclusie dat de samenvoeging positief effect heeft gehad voor het aanbod en de kwaliteit maar dat schaal- en efficiencyvoordelen niet overal op grote schaal optreden.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek sprak het CvB in het najaar van 2016 de voorkeur uit voor beëindiging van de bestuurlijke personele unie. Het bestuur wil de gezamenlijke ondersteunende diensten bijeen houden maar op onderdelen beter laten aansluiten bij onderwijs en onderzoek.
De Centrale Medezeggenschapsraad van de HvA stemde eind 2016 in met het voornemen van het CvB. Afgelopen vrijdag deden de medezeggenschapsorganen van de UvA dat ook. Omdat ook de Raad van Toezicht instemde met de plannen op maandag 27 februari, is de splitsing der besturen een feit per 1 maart 2017.
De HvA wordt gevormd door prof.mr. Huib de Jong (rector HvA en waarnemend voorzitter) en drs. Nico Moolenaar (lid ad interim) het CvB van de HvA. De UvA start met een College dat bestaat uit prof.dr. Geert ten Dam (voorzitter), prof. dr.ir. Karen Maex (rector magnificus) en ir. Kees van Ast (lid ad interim). Voor beide Colleges loopt een wervingsprocedure voor een collegelid voor de portefeuille Bedrijfsvoering en Financiën.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
