Internationalisering van het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs heeft meerwaarde. Wel moet de kwaliteit van onderwijs altijd voorop staan en moet er altijd plek zijn in het onderwijs voor de Nederlandse student. Alleen wanneer internationalisering in evenwicht is, kan de internationale ervaring van meerwaarde zijn voor de Nederlandse student, voor het Nederlandse onderwijs en voor de Nederlandse kenniseconomie. Dat schrijft minister Van Engelshoven (OCW) in haar brief die zij vandaag aan de Tweede Kamer stuurt. Dit meldt Rijksoverheid.
NOG
De meerwaarde van internationalisering volgens minister Van Engelshoven
-Het hoger onderwijs krijgt een steeds internationaler karakter, maar de cijfers laten zien dat nog altijd het overgrote deel van de studenten Nederlandse studenten zijn en de opleidingen voor het overgrote deel in het Nederlands gegeven worden. Een uitzondering hierop is de universitaire masteropleiding.
Op dit moment is 6 procent van alle hbo bachelor-studenten internationaal, bij hbo masters is dat 17 procent. Aan de universiteit studeren in de bachelorfase 14 procent en in de masterfase 23 procent internationale studenten. Van de bacheloropleidingen op hogescholen is 87 procent in het Nederlands, hbo masters zijn voor 70 procent in het Nederlands. Bij universiteiten is 65 procent van alle bacheloropleidingen in het Nederlands en in de master 15 procent.
Het beeld klopt dus niet dat veel Nederlandse studenten niet meer kunnen studeren waar ze willen door een toename van internationale studenten. Voor het komende studiejaar zijn er van de ruim 3000 opleidingen in het hoger onderwijs slechts drie Engelstalige opleidingen met een numerus fixus die op één plek worden aangeboden. Alle andere opleidingen worden op ten minste één plek in Nederland zonder numerus fixus of in het Nederlands aangeboden.
Minister van Engelshoven heeft de ambitie dat iedere Nederlandse student een internationale ervaring op kan doen. Dit kan door bijvoorbeeld stage, uitwisseling, studiemobiliteit, online colleges of een international classroom.
De toestroom van internationale studenten heeft in die zin dus meerwaarde, maar de toegankelijkheid voor Nederlandse studenten moet wel altijd geborgd zijn. Daarom onderzoekt minister Van Engelshoven de mogelijkheden voor de universiteiten en hogescholen om beter te kunnen sturen op studentenstromen.
Kwaliteit van het Nederlandse onderwijs staat altijd voorop. Internationalisering moet een middel zijn om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Dat geldt ook voor de keuze om een opleiding in het Engels aan te bieden, dit kan zeker meerwaarde bieden als studenten bijvoorbeeld worden opgeleid voor een internationale arbeidsmarkt of onderzoeksveld. Het is ook belangrijk dat het Engels van hoog niveau is en dat er per opleiding weloverwogen keuzes worden gemaakt over taal, met instemmingsrecht van de medezeggenschap.
De minister let er scherp op dat universiteiten en hogescholen en mbo-colleges ook over de muren van hun eigen instellingen kijken wanneer zij keuzes maken over de taal van hun opleiding. Zij roept de instellingen op om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen om te komen tot een evenwichtige verhouding tussen Nederlandstalig en Engelstalig aanbod per sector. Doel is dat studenten de keuze houden om hun opleiding al dan niet in het Nederlands te volgen.
Om op deze afspraken te kunnen handhaven zal minister Van Engelshoven het wetsartikel dat gaat over de taalkeuze in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs gaan herzien, met de focus op en de toegankelijkheid van het onderwijs voor Nederlandse studenten en op het onderbouwen van de meerwaarde van de keuze voor een andere taal dan het Nederlands. De Inspectie zal gaan toezien op naleving van het herziene wetsartikel. De NVAO zal bij de kwaliteitstoetsing van opleidingen ook aandacht te hebben voor de taalkeuze van de opleiding en de taalvaardigheid van de docenten.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids