Bestuurders van hogeronderwijsinstellingen, studentenhuisvesters, wethouders, Tweede Kamerleden en andere betrokkenen kwamen op maandag 25 oktober in het stadhuis van Delft bijeen voor een overleg over studentenhuisvesting.

Olchert Brouwer, voorzitter van het College van Bestuur van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), sprak tijdens de bijeenkomst namens de Amsterdamse hogeronderwijsinstellingen, waaronder de UvA en de VU.

Studentenhuisvesting is een cruciale faciliterende factor voor het hoger onderwijs. Ondanks de hoge nieuwbouwproductie van 19.000 eenheden in de afgelopen jaren is de kamernood op een eenzelfde niveau als in 2002, terwijl de totale studentenpopulatie flink in omvang is gegroeid.

Tijdens de bijeenkomst, georganiseerd door Kences (Kenniscentrum Studentenhuisvesting) en de VSNU, gingen de aanwezigen op zoek naar de ingrediënten voor een landelijk actieplan studentenhuisvesting. De uitkomst van de bijeenkomst wordt verwerkt in een brief aan Minister Marja van Bijsterveldt van OCW.

Amsterdamse ambitie
Brouwer schetste tijdens de bijeenkomst het samenwerkingsproces in Amsterdam, een samenwerking die als voorbeeld kan dienen voor andere studentensteden.

UvA, VU, HvA, Inholland, Rietveld Academie en AHK hebben de handen ineengeslagen op het terrein van studentenhuisvesting. Samen voeren zij een actieve lobby naar marktpartijen, woningcorporaties, stadsdelen en de gemeente, met bijzondere aandacht voor internationale studenten en promovendi.

In het visiedocument ‘Studeren in de Topstad', dat de Amsterdamse instellingen afgelopen jaar presenteerden, wordt gesteld dat er de komende jaren 9.900 extra studentenwoningen nodig zijn in Amsterdam. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente Amsterdam de ambitie uitgesproken om 9.000 extra studentenwoningen in 2014 te realiseren.