Het concept bijles aan huis heeft in het afgelopen jaar aan populariteit gewonnen. Waar voorafgaand aan de COVID-19 pandemie nog 1 op de 3 scholieren betaald of onbetaald bijles aan huis ontving, is dat aantal inmiddels gegroeid. De aanjager van die ontwikkeling was natuurlijk het thuisonderwijs, waar scholieren lange tijd van afhankelijk zijn geweest. Die tendens zal nog even zichtbaar blijven, ook nu scholieren steeds vaker weer fysiek welkom zijn op school.
Voordelen bijles aan huis
Studeren, op welk niveau dan ook, is gebaat bij persoonlijk contact. Fysieke begeleiding tijdens lessen en overleg buiten de vaste lesuren. Hoewel veel scholieren het thuisonderwijs in de eerste fase nog wel konden waarderen, werd snel duidelijk dat de begeleiding op locatie toch een belangrijke rol speelt in het oppikken van de lesstof. En ook wanneer we met zijn allen weer terug zijn in het klaslokaal, dan kan persoonlijke contact voor iedere leerling of student onmogelijk gegarandeerd worden, met als gevolg dat het kwartje niet altijd valt. Heb je als student of leerling meer focus nodig, dan is bijles aan huis een effectief middel. Aanvullend onderwijs is dan ook steeds normaler.
Veel mensen die al bijles aan huis ontvangen, ervaren de voordelen van aanvullend onderwijs:
- Focus op jouw knelpunten
- Persoonlijke en betrokken begeleiding
- Je hoeft de deur niet uit
- Online en fysiek mogelijk
- Ruimte voor gerichte vragen
Wist je dat 18% van de middelbare scholieren een betaalde vorm van aanvullend onderwijs volgen? Ook de mogelijkheden voor onbetaald aanvullend onderwijs groeien. Dit betekent dat vrijwel iedereen toegang heeft tot bijles, in welke vorm dan ook. Wat zijn de gevolgen?
Gevolgen voor het onderwijs
Wat vertelt de groeiende interesse naar aanvullend onderwijs door vakspecialist ons? Daalt de kwaliteit van het onderwijs? Niet per se. Zeker in het afgelopen jaar is de toenemende interesse voor aanvullend onderwijs het logische gevolg van de overgang naar verplicht thuisonderwijs. Daarbij is aanvullend onderwijs van alle tijden. Wel stijgt het aantal huishoudens dat bereid is te investeren in zogenaamde ‘schaduwonderwijs’; onderwijs dat niet op de fysieke locatie van school plaatsvindt, maar vanuit huis óf op speciale, kleinere locaties.
Hoe gaan scholen om met deze tendens? Het leert ons in ieder geval dat persoonlijk contact nog altijd de prioriteit moet zijn voor scholen. Dat wil zeggen: niet alles digitaliseren, maar ook de focus blijven leggen op het persoonlijke contact met de student.
Hoe ziet de toekomst eruit?
Zal bijles aan huis een blijvertje zijn, ook wanneer alle scholen weer volledig geopend zijn? De kans is groot. Op ieder niveau van het middelbaar of hoger onderwijs zal altijd de behoefte blijven bestaan aan meer persoonlijke begeleiding en expertise. De grote vraag naar aanvullend onderwijs, zoals die er nu is, zal in de komende jaren waarschijnlijk wel afkoelen.