Met de laatste inflatiecijfers van het CBS over april is nu ook duidelijk geworden wat de hoogte van het collegegeld wordt in 2024-2025. Het collegegeld gaat omhoog met zo’n 220 euro. Ook de rente op studieschulden gaat vanaf 2024 omhoog, tenminste, dat is de verwachting. Dat meldt ScienceGuide.
Sinds vorig jaar hanteert het OCW een nieuwe methode om de hoogte van het collegegeld vast te stellen. De stijging van het collegegeld is gekoppeld aan de jaarlijkse inflatiecijfers van mei tot en met april. Daarvoor werd de stijging van het collegegeld altijd vastgesteld op basis van de inflatie van alleen de maand april. Omdat de inflatie vorig jaar in april 9,6 procent was, zou dat leiden tot een stijging van het collegegeld. Daarom besloot het OCW niet langer alleen uit te gaan van de maand april, maar van een jaargemiddelde. Met de methode die vorig jaar is ingevoerd, steeg het collegegeld niet met bijna 200 euro, maar met 110 euro. De inflatie steeg pas aan het begin van 2021, daardoor viel de stijging van het collegegeld op basis van het jaargemiddelde nog mee.
Hoge inflatie
Dit jaar is dat dus anders. De inflatie is het gehele jaar van mei 2022 tot en met april 2023 erg hoog gebleven. Het resultaat was boven de norm van 2 procent, met uitschieters van meer dan 14 procent in september en oktober. Het collegegeld van 2314 euro, dat studenten vanaf september 2023 moeten gaan betalen, zal stijgen naar 2532 euro in september 2024. Dat komt neer op een toename van ongeveer 220 euro.
Rente op studieschulden
De stijging van het collegegeld is een financiële tegenvaller voor studenten. Studenten krijgen de verhoogde beurs van 160 euro geen twee jaar extra, dat werd deze week al bekendgemaakt. Ook lenen wordt vanaf januari 2024 een stuk duurder. Hoeveel precies is nog niet duidelijk. De rente op studieschulden wordt altijd in het najaar vastgesteld en is gekoppeld aan de vijfjaarsrente op staatsleningen. Ook daar wordt gebruikgemaakt van een jaargemiddelde dat loopt van 1 oktober tot en met 30 september het jaar daarop.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk