Als er met een opleiding iets misgaat, wie grijpt er dan in? In het toezicht op hogescholen en universiteiten zit een ‘gat’, zo stelt de Onderwijsinspectie. Dat meldt het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP).
Hbo- en wo-opleidingen moeten elke zes jaar goedkeuring krijgen van onderwijskeurmeester NVAO. Als er geen ‘accreditatie’ is mogen de opleidingen geen diploma’s verstrekken en krijgen studenten ook geen studiefinanciering.
Kwaliteit van de opleiding
De Onderwijsinspectie schrijft in haar eindrapport over de accreditatie in het hoger onderwijs dat de keuring over het algemeen in orde is. Studenten mogen ervan uitgaan dat de kwaliteit van hun opleiding in orde is op het moment van keuren. Onderwijskeurmeester NVAO nog de Onderwijsinspectie kan ingrijpen zolang een opleiding zich aan de wet houdt. Volgens de Onderwijsinspectie zou de NVAO tussentijds moeten langskomen als er signalen zijn dat het onderwijs drastisch is afgenomen.
Panel van deskundigen
De universiteit of hogeschool bepaalt zelf het panel van deskundigen dat de opleiding komt keuren. De Onderwijsinspectie pleit voor een sterkere onafhankelijkheid. Over de ‘beoogde leerresultaten’ van een opleiding mogen deskundigen ook strenger over oordelen. Er is alleen één probleem, de opleiding moet meteen de deuren sluiten als er een onvoldoende wordt uitgedeeld. Opleidingen die een herkansing krijgen worden ook strenger beoordeeld door de deskundigen.
Instellingsaccreditatie
Al jaren speelt de discussie over een zogenaamde ‘instellingsaccreditatie’. Opleidingen worden dan gekeurd door externe deskundigen, maar hogescholen en universiteiten mogen zelf het eindoordeel geven. De NVAO mag dan in één keer een hele universiteit of hogeschool goedkeuren.
De Onderwijsraad waarschuwde juist voor de gevaren van een nieuw systeem. De kwaliteit van de afzonderlijke opleidingen moet je blijven keuren, zo stelt voorzitter Edith Hooge. Het eigen oordeel van onderwijsbestuurders moet niet de doorslaggevende factor zijn.
De Onderwijsinspectie is wat neutraler in zijn oordeel, maar geeft wel aan dat een nieuw accreditatiestelsel net zo betrouwbaar moet zijn als de oude variant.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk