Social media waren een prominent onderwerp tijdens de achtste editie van het Nationaal VMBO Congres in Bunnik op 25 en 26 september. Michiel Maas en Astrid Ottenheym van Edux Onderwijsadvies en Innofun gaven op de tweede congresdag een workshop over dit thema met de titel Boeiend leren en onderwijzen in het VMBO: Over sociale media "in de boekentas"... De Nationale Onderwijsgids deed verslag van het congres en sprak na afloop van de workshop kort met Maas en Ottenheym.
"Wij hebben het gehad over de inzet van social media en ict in het primaire proces en wat dat betekent voor scholen, didactisch en pedagogisch, en hoe je dat vervolgens het beste kunt organiseren, zodat het daadwerkelijk van de grond komt", legt Michiel Maas in het kort de inhoud van de workshop uit. "We hebben dat geïllustreerd met concrete voorbeelden van sociale mediatoepassingen. We hebben laten zien hoe je onderwijs inricht als je sociale media en ict een centrale plek geeft".
Huiver en nieuwsgierigheid
Veel docenten zien social media als een bedreiging, mede door de opkomst van de 'dreigtweet', en zijn huiverig voor toepassingen in het klaslokaal. Het gebeurt nu al vaak genoeg dat leerlingen tijdens de les meer naar de smartphone op de knie kijken, dan naar de docent of het lesmateriaal. "Ja, er is huiver", vervolgt Maas, "Maar die huiver wordt vaak veroorzaakt door onwetendheid, of door een gebrek aan vertrouwen in de eigen competentie, en het is lastig om dan een dergelijke toepassing in een onderwijssetting te kiezen".
"Maar er is ook nieuwsgierigheid", aldus Astrid Ottenheym, "Scholen en docenten willen graag aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Als je die aansluiting mist, dan leren ze minder goed. Het gebruik van sociale media verbieden werkt niet, dus hoe kan je ze gebruiken?"
"Het gaat om onderwijs ontwikkelen, niet om lesmethoden", vervolgt Maas, "Wat je hebt in de wereld moet je gebruiken, zeker als het meer rendement of kwaliteit oplevert. De inzet van ict levert meer op, maar het is net als met een auto; alleen als je het op de juiste manier gebruikt, gaat het goed. Zo gaat het ook met ict en sociale media in het onderwijs".
Toepassingen
Tijdens de workshop lieten Maas ene Ottenheym een voorbeeld zien van een concrete toepassing, waarbij de leerlingen een virtueel white board te zien krijgen op hun scherm, waarop ze vervolgens berichten, foto's of filmpjes kunnen plaatsen.
Maas legt uit: "Deze toepassing is inzetbaar als een leerling een stage loopt of moet gaan werken aan een praktijkopdracht. Met dit white board kunnen leerlingen laten zien welke vorderingen ze maken en feedback krijgen van hun medeleerlingen. Dat waren al belangrijke onderwijsprocessen voor de opkomst van de ict. De leerlingen doen dat met elkaar en voor elkaar. De docent heeft een begeleidende rol, op een redelijke afstand eigenlijk, terwijl je tegelijkertijd wel kunt zien wat er gebeurt".
"Het gaat erom na te denken over welke mogelijkheden je kunt gebruiken in het onderwijs om bepaalde leerdoelen te bereiken", zegt Ottenheym, "En hoe zorg je ervoor dat er ook variatie is, want elke leerling leert anders".
Processen
"Wat we ook zien bij projecten is dat docenten zich gaan afvragen wat voor leerlingen ze hebben. Uit wat voor buurt komen ze? Wat triggert ze? Je gaat vervolgens het onderwijs daarop inrichten met behulp van sociale media en ict. Het zijn gewoon hulpmiddelen; de leercyclus is hetzelfde", zegt Ottenheym.
"Daar zijn we continu mee bezig, maar ook met het versterken van de leerkrachtvaardigheden. Als je als docent gewend bent om docentgestuurd te vertellen, en je gaat ineens op een andere manier lesgeven, dan vergt dat andere competenties, die soms nog geleerd moeten worden".
"Door een virtuele leeromgeving te gebruiken, ben je minder afhankelijk van de docent. Leerlingen kunnen bij wijze van spreken ook midden in de nacht met de lesstof aan de slag gaan. Onderwijs hoeft niet tot het klaslokaal beperkt te blijven," zegt Ottenheym.
"Een instructie kun je bijvoorbeeld opnemen, waardoor leerlingen dat als huiswerk kunnen meenemen. In de klas ga je dan juist onderzoeken, reflecteren en samen aan de slag gaan met een onderwerp. Op die manier kun je het onderwijs heel anders inrichten", besluit Ottenheym.
© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink