AMSTERDAM (Novum) - Voormalig directeur van 't Hofnarretje Albert Drent wordt niet vervolgd voor valsheid in geschrifte. Er is geen overtuigend bewijs dat hij zich daar schuldig aan heeft gemaakt, concludeert het Openbaar Ministerie uit een onderzoek naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak.
De hoofdverdachte in die zaak, Robert M., werkte bij 't Hofnarretje. Het OM concludeerde eerder dat Drent niet wist van de zedenmisdrijven, maar mogelijk wel opzettelijk kindlijsten verkeerd had ingevuld. Daarom werd vorig najaar een nieuw onderzoek opgezet.
In dat onderzoek zijn onder meer ouders en medewerkers van de GGD gehoord. De bedrijfsvoering liet te wensen over, maar er was volgens het OM geen sprake van valsheid in geschrifte.
Ook de 40-jarige Edwin R. wordt niet vervolgd. Hij werkte op hetzelfde kinderdagverblijf als Robert M. en wordt verdacht van bezit van kinderporno. Ook zou hij zichzelf hebben bevredigd voor een webcam tijdens chatsessies met minderjarigen.
De straf die R. hiervoor zou kunnen krijgen is volgens het OM korter dan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De verdachte zat van december 2010 tot begin maart 2011 vast. Ook heeft het onderzoek volgens het OM ingrijpende gevolgen gehad.
Zo is hij in verband gebracht met de daden van Robert M., terwijl hij daar niet aan heeft deelgenomen. Ook verloor hij zijn woning en zijn baan. Om vervolging te voorkomen moet R. wel afstand doen van twee computers en de aanwijzingen van de reclassering volgen. Hij is sinds februari onder behandeling en moet dat twee jaar volhouden.
Advocaat Richard Korver, die ouders van de slachtoffers van Edwin R. begeleidt, zegt in een reactie op deze beslissing van het OM nog met zijn cliënten te moeten bespreken. Hij wijst erop dat het door dit besluit voor de slachtoffers moeilijker wordt om hun schade op een eenvoudige manier via het strafproces te verhalen.
Korver diende eerder namens de ouders van de slachtoffers van Robert M. bij het hof een verzoek in om Drent alsnog te vervolgen. Hij zou hebben moeten weten wat er in zijn kinderdagverblijf gebeurt. De advocaat overweegt nu dit beklag aan te vullen met een klaagschrift over de beslissing hem niet te vervolgen voor valsheid in geschrifte.