Normal_6822

Voor toezicht en handhaving op de kinderopvang komt er vanaf 2012 een structureel budget beschikbaar van 24,9 miljoen euro. Hiermee kunnen gemeenten het toezicht intensiveren voor kinderopvanglocaties en gastouders waar dat nodig is en is het ook mogelijk strenger te handhaven.

Naast het budget heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ook overeenstemming met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bereikt over de oprichting van een expertisecentrum voor kinderopvang.

Met de 24,9 miljoen euro zullen gemeenten de wettelijke toezichts- en handhavingstaak uitvoeren voor de naar verwachting in dat jaar 12.400 locaties voor dagopvang en buitenschoolse opvang, 730 gastouderbureaus en 53.400 gastouders in Nederland. De VNG en het ministerie van SZW hebben de volgende afspraken gemaakt.

Vanaf 2012 structureel 24,9 miljoen voor toezicht en handhaving kinderopvang
Dit betekent dat er ten opzichte van het huidige budget structureel 13 miljoen euro meer beschikbaar komt. Deze middelen zijn bedoeld voor toezicht en handhaving op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders.

Over de omvang van het toezicht, met name op de gastouders, wordt op details nog overleg gevoerd met SZW. Verder beziet de VNG of er per 2012 een aanpassing van de verdelingssystematiek van de Gemeentefonds-middelen moet en kan worden doorgevoerd.

De VNG richt een expertisecentrum toezicht kinderopvang op
Dit expertisecentrum richt zich op de versterking van de handhaving in de kinderopvang door gemeenten, onder andere door bundeling van juridische kennis en jurisprudentie en het bevorderen van regionale samenwerking. Het expertisecentrum wordt bekostigd vanuit het totaal beschikbare budget van 24,9 miljoen euro en zal naar verwachting niet meer dan 2% van het beschikbare budget omvatten.

De manier van toezicht en handhaving zal veranderen
Er komt een jaarlijkse inspectie bij alle kindercentra, buitenschoolse opvanglocaties en gastouderbureaus op locatie, dus een dekking van 100%. Alle nieuwe kindercentra, buitenschoolse opvanglocaties en gastouders worden sowieso voor toelating tot het stelsel geïnspecteerd.

Daarnaast wordt de intensiteit van het toezicht afgestemd op het risicoprofiel dat van de kinder- en buitenschoolse opvanglocatie wordt gemaakt. Ondernemers met een laag risico op tekortkomingen worden onderworpen aan een lichter toezichtsregime en ondernemers met een hoog risico krijgen te maken met zwaarder toezicht.

Bij de jaarlijkse controle per gastouderbureau wordt een percentage van het gastouderbestand gecontroleerd. De grootte van de steekproef wordt bepaald op basis van het risicoprofiel van het gastouderbureau. En er kan gevarieerd worden in de intensiteit van de inspectie.

De VNG is van mening dat goed toezicht en effectieve handhaving op de kwaliteit van de kinderopvang essentieel is zolang deze taak is belegd bij marktpartijen. Met de gemaakte afspraken over toezicht vanaf 2012 wordt daar op een goede manier invulling aan gegeven.