Normal_8382

AMSTERDAM (ANP) - Journalisten hebben grenzen overschreden in hun berichtgeving over Albert Drent, voormalig directeur van het Amsterdamse kinderdagverblijf 't Hofnarretje. Dit zegt mediasocioloog Peter Vasterman van de Universiteit van Amsterdam. De hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, Robert M., werkte bij 't Hofnarretje en zou ook kinderen van die crèche hebben misbruikt.

„Drent is ongelooflijk afgebrand en neergezet als mededader. De media hebben daar mede schuld aan", oordeelt de universitair docent journalistiek. „Ouders van de betrokken slachtoffers hebben behoorlijk wat kracht uitgeoefend om Drent in het beklaagdenbankje te krijgen", zegt ook Henri Beunders, verbonden aan de Erasmus Universiteit als hoogleraar geschiedenis van maatschappij, media en cultuur.

Vasterman: „Noem het 'collateral damage' (bijkomstige schade). Het vond plaats in de opwinding van toen. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft onlangs na grondig onderzoek besloten om Drent niet te vervolgen. Ik vind wel dat het OM het onderzoek beter moet verdedigen, nu de ouders vraagtekens blijven zetten bij de rol van Drent. Anders groeit hun wantrouwen en de onrust."

De mediahype die ontstond rond de zedenzaak was niet te voorkomen, stellen de mediadeskundigen in een terugblik. Ze oordelen dat het omvangrijke kindermisbruik, dat bijna een jaar geleden aan het licht kwam, destijds een nieuwsgolf rechtvaardigde en in verhouding stond met de omvang van het onderwerp.

Volgens Vasterman was het onvermijdelijk dat hoofdverdachte Robert M. uit Letland al bij voorbaat door de media werd veroordeeld. „De hoofdrolspelers worden neergezet als daders in plaats van verdachten. Dat valt de media echter niet kwalijk te nemen", zegt Vasterman, die de bijnaam Monster van Riga wel te ver vindt gaan.

Media-ethicus Huub Evers van de Fontys Hogeschool in Tilburg verklaart dat de grotere media-aandacht voor zedenzaken in sportclubs, kinderdagverblijven en zwembaden al begon bij de onthullingen over het seksueel misbruik in de katholieke kerk. „Zonder die aanloop hadden media de Amsterdamse zedenzaak wellicht wat bescheidener gebracht. Ik heb dat gevoel althans wel."

Evers is van mening dat rechtbankverslaggevers „uit respect voor betrokkenen" hun woordkeuze goed moeten afwegen bij het beschrijven van het misbruik. „Soms lees ik details, waarbij ik denk: moet dat nou?" Media voeren echter een nuttige discussie over woordkeus, vindt Beunders. De hoogleraar prijst de openheid van burgemeester Eberhard van der Laan. „Hij stelde zich niet afstandelijk op , maar als meelevende vader van kleine kinderen. Hij vervulde een emotionele rol die hem veel krediet heeft gegeven, omdat hij ouders het gevoel gaf dat hij hun situatie begreep."