(Novum) - De zogeheten voorscholen waar kinderen met een taal- en leerachterstand worden geholpen hebben een slecht imago bij moeders met een niet-westerse afkomst. Dat komt onder meer door berichten in media over onder meer misbruikzaken. Dat concludeert het Verwey-Jonker Instituut in een onderzoek.
Het instituut deed onderzoek naar de redenen voor moeders om geen gebruik te maken van voorschoolse voorzieningen. Op een voorschool kunnen kinderen tussen de twee en vier jaar met een (taal)achterstand die van het consultatiebureau een doorverwijzing hebben ontvangen. De voorscholen zorgen dat kinderen met zo weinig mogelijk taal- en leerachterstand aan hun schoolloopbaan beginnen. Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek adviseert het instituut dat aanbieders de moeders beter uit leggen wat zij doen om misbruik te voorkomen.