‘En dan gaan we nu verder met literatuurtheorie. Zorg allemaal dat je pen en papier bij de hand hebt.’ Jarenlang startten mijn letterkundelessen ongeveer zo. Ik legde de theorie uit, las korte verhalen met de klas en aan het eind volgde er een toets. Ik houd er op zich ook van om het op die manier te doen. Het past bij me. Ik sta voor de klas en deel mijn kennis met de leerlingen. Ik ben het middelpunt van wat er in de klas gebeurt, ik heb de regie. Het moment dat ik tegen leerlingen zeg: ‘en nu aan de slag’ is namelijk ook het moment dat de rust wordt verstoord. Er ontstaat ‘leergedruis’. Misschien start dan juist het leren pas, maar toch, het voelt toch als de touwtjes uit handen geven en dat is niet mijn ‘comfortzone.’ Het liefst geef ik informatie, treed ik als het ware op in mijn theater, het klaslokaal. Ik maak grappen en grollen, speel met veel een-twee-tjes met de groep en als het nodig is, weid ik flink uit over een bepaald onderwerp. Of we worden samen misselijk bij het samen lezen van ‘Poep’ van Manon Uphoff. Als ik echt in mijn element ben en ik voel me goed zijn het geweldige lessen, denk ik.
Enfin. Op de school waar ik sinds september lesgeef, werken we aan de hand van activerende didactiek en samenwerkend leren (ADSL). De lessenserie letterkunde waar ik net over schreef, biedt eigenlijk maar weinig ruimte voor de creativiteit van mijn leerlingen, ze werken niet samen, ze luisteren vooral naar wat ik vertel, we denken hooguit samen na over bepaalde onderwerpen. En de een-twee-tjes die ik benoemde ontstaan vooral binnen de dynamiek tussen mij en een paar veelal dezelfde leerlingen. Ik vind dat niet per se verkeerd, maar op deze manier ontstaat er wel veel naar-buiten-staar-ruimte. Het is heel eenvoudig om je aan de les te onttrekken.
Dat moet ook anders kunnen. Meer leerlingen moeten toch op een actievere manier en met een grotere betrokkenheid aan dit onderdeel kunnen werken. Ik besloot het roer radicaal om te gooien dit jaar. Waar ik eerder in een serie lessen het hele literaire begrippenapparaat besprak, gaf ik mezelf en de leerlingen nu een andere opdracht. Ik verdeelde de klas in groepen en gaf iedere groep een hoofdstuk van het theorieboekje. We zouden samen een creatieve bewerking maken van de tekst van het boekje. Ieder groepje kreeg de opdracht de begrippen uit zijn hoofdstuk te verwerken in een filmpje, een animatie, of op een andere manier. Ik liet de leerlingen sites als Powtoon en Animoto zien en wees ze op stop-motion-apps voor de telefoon. Verder vertelde ik ze eigenlijk vooral heel veel niet en ik legde vooral niets uit.
Ik gaf de groepjes een format voor een Plan van Aanpak en de leerlingen gingen, veelal buiten de les, aan de slag met de creatieve opdracht. In de les vroeg ik de groepen regelmatig naar de voortgang. Uiteindelijk doel van de opdracht is dat de leerlingen op de hoogte zijn van de literatuurtheorie en dat dit ze helpt bij het lezen van en nadenken over de literatuur die ze de rest van hun havo-loopbaan leren.
Wat vervolgens gebeurde, verraste me toch. De leerlingen begonnen vrijwel meteen met het maken van allerhande plannen voor sketches, animaties, etc. De begrippen vlogen over tafel en er werd grondig uitgezocht wat die begrippen dan wel precies inhielden en hoe je ze het best zou kunnen uitleggen aan klasgenoten. Het viel me op dat vooral de leerlingen van wie ik anders maar weinig kon zeggen over betrokkenheid bij de les, nu heel fanatiek samen aan het werk waren. Bovendien deden de leerlingen eigenlijk een deel van mijn werk: Het scheelde mij tijd en energie in de voorbereiding van mijn lessen. Tijd en energie die ik weer kon inzetten voor het verder ontwikkelen van andere lessen.
Het resultaat van het project is een film van ongeveer een half uur, waarin alle begrippen uit de literaire theorie terugkomen en die de leerlingen kunnen gebruiken bij het lezen van literatuur en het maken van de opdrachten erover. Ik ben alweer onder de indruk geraakt van de creativiteit van mijn leerlingen en ben trots op wat zij maakten. Ik gaf de regie uit handen en voor de leerlingen ontstond veel energie en ruimte voor creativiteit.
Kijk voor een aantal fragmenten op www.terhaaronderwijst.com