Het was een antwoord waar ik niet op zat te wachten, maar waarvan ik eigenlijk al wist dat het ging komen. Na een eerste gesprek te hebben gehad met een persoonlijke onderwijscoach, kreeg ik de tip dat ik moest gaan ‘ont-moeten’. Ondanks de tegenstrijdigheid van het advies om te ‘moeten ont-moeten’, was de essentie duidelijk.
Wanneer je erover nadenkt vat de kern van dit gesprek de gehele onderwijssituatie, zoals die op dit moment is, samen. Het educatieve karakter van ons onderwijs is namelijk in een nieuwe dimensie geraakt. Het is inmiddels een onbewust brede maatschappelijke kwestie geworden, waarvan we de gevolgen op den duur niet meer lijken te overzien. Onderzoeken, opinies en ervaringen in het werkveld zorgen ervoor dat een heel land het recht heeft om een zogenaamd objectief oordeel te kunnen vellen over wat werkt in het onderwijs, wat vooral móet gebeuren en wat we nodig hebben om in de wereld mee te blijven tellen als vooraanstaand onderwijsland. Een en ander roept bij mij dan ook ‘Back To The Future’-achtige taferelen op.
Ik ben ervan overtuigd dat we het met z’n allen zo goed mogelijk willen doen. Dat bewijst ook de landelijke discussie die gaande was op Twitter, naar aanleiding van het ontwikkelen van een nieuw onderwijscurriculum in de vorm van #onderwijs2032. De toon van het aanbevelen van toekomstige onderwijssuggesties sprak hierbij boekdelen. Het gaf onherroepelijk de betrokkenheid en angst voor de toekomst als tendens van deze hectische tijd op een enigszins dwingende toon weer. De vele onheilspellende en al dan niet doorgevoerde wetten van politici, zorgden mede voor enige stemmingmakerij. Daarnaast streden alternatievere vaardigheden, zoals bijvoorbeeld mindfulness en algemeen burgerschap, om voorrang. Het breedgeörienteerde en toepasbare ontwikkelen van de basiskennis - decennialang het enige en belangrijkste criterium - ging meer dan ooit de strijd aan met de persoonsvorming, de maatschappelijke toerusting van de leerling en vele andere zaken die zogenaamd aangepakt ‘moesten’ gaan worden.
De goedbedoelde #onderwijs2032 gaf pijnlijk aan wat er speelt in onderwijsland én tevens de rest van belanghebbend Nederland. Naast deze toegankelijke en laagdrempelige manier van participeren en het zoeken naar de perfecte balans voor de nieuwe onderwijstoekomst, rollen wetenschappers, onderzoekers en talloze instanties ook nog immer over elkaar heen met externe (onderwijs)aanbevelingen en verzoeken. Voorbeelden zijn onder andere het bewijs dat bewegen en kauwgum kauwen zorgen voor een betere hersenwerking en verwerking van leerstof en de bevinding dat kinderen van nature in de vroege ochtend nog in de slaapstand zijn, wat negatieve gevolgen heeft voor de prestaties op school. Daarnaast blijft de ICT-hype een doorlopend hot item en lijkt meertaligheid vanaf de jongste basisschoolgroepen een pré te worden. Het wordt pas écht bont gemaakt wanneer de NS zich ermee gaan bemoeien en latere aanvangstijden van scholen en universiteiten aanbeveelt, in verband met een betere spreiding van de drukte in de spits.
Een en ander is dan ook het kwalijke gevolg van de toekomstige 24-uurs maatschappij, die ons op alle fronten in een onmogelijke spagaat dwingt. Dit heeft tot gevolg dat het onderwijs onderhevig zal gaan worden aan ondermijning van de essentie. Door het vrijblijvende medezeggenschapskarakter, het falen van politici en de kwetsbaarheid die het onderwijs hierdoor ervaart, zullen steeds meer elementaire zaken ontstaan die indirect afleiden van waar het onderwijs in essentie voor dient: het móeten doorgeven van kennis en vaardigheden. De rest is namelijk min of meer bijzaak.
Wat dat betreft had mijn coach gelijk. Maar helaas voor de onderwijstoekomst, stond ‘ont-moeten’ niet bij de aanbevelingen voor het onderwijscurriculum met het oog op het onderwijs van 2032.
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers