Wanneer ik mijn aantekeningenboek erbij pak en hierdoorheen blader, zie ik op elk blad een wirwar aan gedachten, verwijzingen, krabbels en aandachtspunten. In een handschrift dat gekenmerkt wordt door snelheid, en dus vaak alleen voor mezelf definieerbaar is, noteer ik indrukken, lesideeën, planningen, (schrijf)concepten en een enkele keer een tijdstip. De aantekeningen worden vergezeld door en van pijlen, strepen, cirkels en uitroeptekens. Ze zijn een soort van 'emoties' die blijkbaar nodig zijn om de boel te duiden op urgentie en voltooiing. Eén blik hierin maakt mij meteen weer duidelijk wat ik op het moment van schrijven bedoelde met het al dan niet onderstreepte of van enkele uitroeptekens voorziene stukje tekst.
Op mijn telefoon maak ik ook notities. Slechts in gevallen van 'nood'. Dit omdat ik ten eerste niet altijd en overal het notitieboekje bij me heb en ten tweede omdat het me naderhand meer moeite kost om het idee of concept weer helder voor de geest te krijgen. Dit komt met name door het digitale verwerken van het idee of het tijdstip van de afspraak. Het gebrek aan identiteit van het genoteerde in de telefoon, maken van de notitie een emotieloze en mechanische eenheidsworst. De computergestuurde ideeën in de notitie-app op mijn telefoon lijken, voornamelijk door hetzelfde zouteloze lettertype, allemaal op elkaar. Het gemis van mijn handmatig aangebrachte pijlen, onderstreepte woorden en andere aandachtsrichters maken het tevens onoverzichtelijker en minder interessant. Een andere bijkomstigheid hiervan, is het ontbreken van affectie met het genoteerde. Het gevolg is dat het langer duurt om de ideeën op te halen en te reproduceren tot een bijbehorende actie. Op welk gebied dan ook.
Onlangs las ik een stuk over het steeds meer automatiseren van het handschrift. Hierin wordt aangehaald dat het onderwijs hierbij een latente boosdoener is op dit gebied, vanwege het steeds meer automatiseren van, tja... eigenlijk alles. En dat terwijl het schrijven juist zoveel meerwaarde kan hebben voor de verwerking van leerstof, naast het creatieve aspect hiervan. Als docent Beeldende Vorming en examenvreesbegeleider op een middelbare school, geef ik leerlingen juist geregeld de opdracht om zogenaamde 'spiekbriefjes' te schrijven, ter ondersteuning van het geleerde. Niet per computer of laptop, maar handmatig geschreven tekstjes waarover écht nagedacht is. Het is namelijk zo dat wanneer je een spiekbriefje schrijft, deze informatie zich beter in je geheugen nestelt dan een geautomatiseerd lapje tekst, verworven via een laptop en uitgespuugd door een printer. Daarnaast is de gedachte aan het spiekbriefje vaak al voldoende om een gerust en zelfverzekerd gevoel te hebben tijdens het maken van een toets. Hetzelfde geldt voor het maken van een boodschappenlijstje. Wanneer zorgvuldig genoteerd wordt wat er nodig is voor het maken van dat ene gerecht, zul je het briefje waarschijnlijk niet nodig hebben in de winkel.
Het langzaam evoluerend laten verdwijnen van het handschrift, is dan ook een kwalijke zaak. Men zal, naast het persoonlijke ervan, niet alleen aan creativiteit en fijne motoriek gaan inboeten maar ook aan gevoel. Een gevoel dat steeds meer onderhevig lijkt te worden aan de geautomatiseerde wereld van nu. Deze wereld heeft dan wel veel voordelen, de emotie van het handschrift in al zijn facetten zal hierdoor echter volledig eroderen tot een afgestompte toetsenbord-emotie.
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers