Een hartverwarmende uitnodiging is het, het pleidooi in het Nederlands Dagblad van Esther Leferink namens zes christelijke studentenverenigingen in Utrecht, gericht aan de Gereformeerde Theologische Universiteit [GTU, red.], met een oproep om zich in Utrecht te vestigen. De mogelijkheden elkaar te ontmoeten en over en weer vakken te volgen nemen toe. Blijkbaar is er behoefte aan gereformeerde theologie met meer impact. Heel fijn zo welkom te worden geheten!
Toch dacht ik bij een onderdeel in het pleidooi: "Ah, daar heb je het weer". Dat betreft niet de vestigingsplaats Utrecht. In de blauwdruk voor een Gereformeerde Theologische Universiteit is daarover een heel deelrapport volgeschreven. De reacties daarop van raad van toezicht en de universiteitsraad van de Theologische Universiteit Kampen voor de GKv-synode [de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, red.] staan inmiddels online. Ook de collega’s in Apeldoorn zullen hun kerkelijke vergadering vast dienen met zinvolle overwegingen. Laat die hun beslissing maar nemen.
Nee, iets anders zorgde ervoor dat ik een glimlach niet kon onderdrukken, namelijk de suggestie dat een verhuizing naar de (Rand)stad theologen zou helpen beter te weten wat er in de wereld speelt.
Zou dat echt lukken? Ik denk van niet. In de publieke beeldvorming zijn en blijven theologen wereldvreemd. Dat beeld heeft zich stevig genesteld in het collectieve bewustzijn. Die enkele dominee die in zijn preken altijd op het verkeerde moment of in merkwaardige bewoordingen verwijst naar de actualiteit of de jeugdcultuur, geldt als het ultieme bewijs daarvan.
Meer ingevoerden denken wellicht aan een opmerking van de hervormde theoloog Henk Berkhof. Hij vergeleek studenten uit zwaar bevindelijk-gereformeerde kring eens met vetbollen. Vier jaar worden ze in de grote stad ondergedompeld in kritische theologie. Daarna schudden ze de druppels van zich af en het lijkt of er niets is gebeurd.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik lang heb geprobeerd te laten zien dat het om een vooroordeel gaat. Ik liet terloops vallen dat ik jaren op de markt had gewerkt, voetbalde met bouwvakkers, die-en-die film ook had gezien en volop meedeed in het publieke debat. Alleen, het hielp niet. Clichés zijn er immers om gekoesterd en bewaard te worden, ongeacht de werkelijkheid.
Ik zou de preses van SSR-NU Utrecht [christelijke studentenvereniging Utrecht, red.] dus kunnen uitnodigen een dag in Kampen mee te lopen. Ze zou zien dat je voor internationale academische contacten, kerkelijke pluraliteit en studenten uit alle continenten van de wereld Amsterdam of Utrecht kunt afstruinen, maar net zo goed de Kamper bibliotheek of kantine kunt binnenlopen. Boter bij vis, elke dag weer. Welkom! Maar weet: het zal in kerkelijk en christelijk-academisch Nederland niets veranderen aan de beeldvorming rond theologie. Zoals ook een verhuizing naar een grote stad dat niet zal doen.
In dit licht is het interessant hoe de huidige generatie studenten in Apeldoorn en Kampen zich tot de hele GTU-discussie verhoudt. Steeds is er immers de stilzwijgende suggestie dat ze ergens weggestopt zitten op het platteland. Dat hun vak, de theologie, eigenlijk pas echt vruchtbaar wordt in de praktische toepassing in ethiek en politiek. Maar desondanks, zo is mijn indruk, vervolgen ze tamelijk laconiek hun weg. En daar ben ik eigenlijk best trots op. Ze studeren, luisteren en maken muziek, bomen flink door en komen via bijbanen, sport, familie en vrienden met heel de samenleving in aanraking. Sommigen volgen elders een vak. Een enkeling gaat een paar maanden naar het buitenland. Ernstige ziekte en vragen over relaties en seksuele identiteit? Ach, waren ze soms maar wat minder dichtbij aanwezig.
Er zijn veel beelden van wat een theoloog is of zou moeten zijn. Maar het is het beste, zo leert de theologie zelf, ze te laten voor wat ze zijn. Goede theologie geeft immers zicht op en contact met de werkelijkheid. En dat zo gewenste kerkelijke of wereldlijke jargon, je hipsterbaard, nonchalante jasje, mooie vouw in de broek of kennis van kerkelijke discussies, muziek en literatuur – als het erom gaat Christus te winnen, zijn werk te zien in het leven van alledag, en daar anderen mee te helpen, is het niet meer dan vuilnis.
Koert van Bekkum is universitair docent Oude Testament. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen. Het artikel verscheen eerder in Nederlands Dagblad.