De gemeente Amsterdam schiet tekort in de handhaving nadat er problemen in de kinderopvang zijn geconstateerd, zo meldt Binnenlands Bestuur.

De Inspectie van het Onderwijs heeft Amsterdam daarom opgenomen in de actie ‘Achterblijvende Gemeenten'. Dat betekent dat de stad een verbetertraject heeft moeten opstarten, waarop de inspectie toezicht houdt.

Amsterdamse inspecteurs hebben regelmatig gecontroleerd bij ‘t Hofnarretje, de crèche waar de hoofdverdachte werkte in de misbruikzaak die onlangs aan het licht kwam. Daarbij werden onregelmatigheden geconstateerd, zoals te weinig personeel en reglementen die niet op orde waren. Wat er met die constateringen is gebeurd, is één van de onderwerpen waarnaar een door de gemeente ingestelde commissie, onder leiding van Louise Gunning-Schepers, onderzoek doet.

Naar aanleiding van de Amsterdamse zaak is een storm van kritiek losgebarsten op de inspectiepraktijk. GGD Nederland vindt bijvoorbeeld dat gemeenten te vaak laks optreden bij een negatief rapport. Inspecties gaan te veel over details en te weinig over hoofdzaken, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van voldoende goed opgeleid personeel.

In Amsterdam ontbreekt het aan eenduidig beleid en een uniforme werkwijze. Er zijn geen richtlijnen voor de handhaving. Bovendien is het register niet compleet. Afgelopen november zijn de Amsterdamse stadsdelen begonnen met het verbetertraject, dat nog tot het voorjaar loopt.

Het toezicht op de kinderdagverblijven is sinds 2005 een taak van de GGD's. Sindsdien heeft de Inspectie voor het Onderwijs twee keer een zeer kritisch rapport geschreven over de kwaliteit van de controles op de kinderopvang.

In 2007 had de helft van de gemeenten het toezicht en de handhaving niet op orde. Dat was een jaar later wel verbeterd, maar nog steeds werden niet alle kinderdagverblijven jaarlijks gecontroleerd, zoals wel wettelijk is vereist.

In het eerste kwartaal van het volgend jaar komt de Inspectie met een nieuw jaarverslag.