Er is een kentering gaande op het gebied van begrijpend leesonderwijs. We lezen steeds vaker in de vakpers dat we af moeten van het onderwijs in begrijpend lezen zoals dat tot nu toe wordt gegeven: wekelijkse lessen waarbij aan de hand van een tekst leesstrategieën worden geoefend. In die lessen staat de leesstrategie dan centraal, in plaats van de inhoud van de tekst en de vraag wat je ermee kunt doen. Leerlingen vinden deze aanpak dodelijk saai, en het lijkt erop dat deze schoolse aanpak ook averechts werkt. Ze krijgen een hekel aan lezen. Zo wordt met het vak ‘begrijpend lezen’ het lezen de nek omgedraaid!
Liesbeth van Oosten brengt in Trouw (6 december 2016) naar voren dat het begrijpend lezen zoals dat in Nederland wordt gegeven achterhaald is. Nederland zou het enige land in Europa zijn waarin begrijpend lezen een apart vak is. Liesbeth suggereert zelfs dat scholen en overheid ‘tegen beter weten in’ vasthouden aan dit vak omdat dit een voorbereiding zou zijn op de Citotoetsen voor begrijpend lezen. Maar dat is natuurlijk het paard achter de wagen spannen!
Lessen in begrijpend lezen zijn uiteraard niet bedoeld om te oefenen voor de toetsen, maar om de leesvaardigheid van leerlingen te ontwikkelen. Toetsen zijn nuttig als ze inzicht geven in het leesniveau van een leerling, en in zijn leesontwikkeling. Je weet dan welk tekstniveau bij een leerling past. Toetsen helpen niet alleen om het aanvangsniveau van een leerling vast te stellen, maar ook om inzicht te krijgen in zijn of haar groei, de leesontwikkeling. Leestoetsen moeten met andere woorden formatief worden ingezet, in plaats van het doel te zijn van het begrijpend leesonderwijs (‘teaching to the test).
Een effectieve manier om te werken aan begrijpend lezen begint met goede en geschikte teksten. Teksten moeten niet te moeilijk zijn, maar zeker ook niet te makkelijk want dan stagneert de ontwikkeling. Belangrijker nog dan het aanbieden van teksten van het juiste niveau, is het aanbieden van teksten die inhoudelijk interessant zijn. We weten uit steeds meer onderzoek dat motivatie de cruciale factor is bij leesontwikkeling. Als leerlingen geboeid zijn door een onderwerp, gaan ze teksten daarover uit interesse lezen. En omdat ze de tekst willen begrijpen komen ze vaak al uit zichzelf tot het gebruik van effectieve leesstrategieën. Ze willen immers weten wat er staat. Met andere woorden: de tekst is het doel als je iets te weten wilt komen, de strategie het middel om dat te bereiken. Omdat je meer wilt weten van het onderwerp, of de informatie nodig hebt voor bijvoorbeeld een werkstuk.
In plaats van het aanbieden van het vak begrijpend lezen, pleit ik voor het aanbieden van teksten als bronnen van informatie die leerlingen nodig hebben om wijzer te worden. In het voortgezet onderwijs verwachten de vakleraren dat leerlingen leesvaardig genoeg zijn om de teksten uit de zaakvakmethodes te begrijpen. De basisschool kan leerlingen hierop voorbereiden door ook gebruik te maken van zaakvakteksten of door leerlingen in projecten te laten werken rond thema’s. Daarbij kun je verschillende soorten teksten aanbieden: informatieve, instructieve, betogende, en verhalende teksten. Dat zijn precies de tekstsoorten die in de eindtoets worden getoetst. Door over te stappen op tekstonderwijs kunnen scholen hun leerlingen beter op de eindtoets voorbereiden en beter aansluiten op het voortgezet onderwijs. Begrijpend leesonderwijs als strategie-onderwijs maakt zo plaats voor tekstonderwijs waarin leerlingen leren omgaan met teksten in zinvolle toepassingssituaties, zoals in het zaakvakonderwijs of bij het maken van een werkstuk.
Hoe kun je tekstonderwijs vormgeven? Het begint met het los durven laten van de methode.
Wie het vakonderwijs in begrijpend lezen niet los wil laten, en hecht aan gerichte aandacht voor begrijpend lezen en woordenschat, kan aan de slag met Diaplus. Naast een tekstenbank levert Diaplus werkbladen bij de teksten met aandacht voor diverse leesstrategieën (voor zover deze te pas komen!), en voor woorden uit die teksten. Bij Diaplus staat het onderwerp van de tekst centraal, naar aanleiding waarvan de leerlingen aan de slag gaan, lezenderwijs, maar er zijn ook schrijf-, spreek- en luisteractiviteiten, en meer creatieve verwerkingsvormen.
Wie enthousiast is over tekstonderwijs vanuit een meer thematische benadering kan gebruik maken van digitale tekstenbanken. Diataal (uitgever van Diatoetsen en Diaplus) heeft samen met De Activiteit (landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs), de tekstenbank Klassenteksten opgezet. Klassenteksten kun je inzetten rond interessante onderwerpen en thema’s die in de klas aan de orde zijn. Leerlingen ervaren van meet af aan dat het doel van lezen is om er plezier aan te beleven of om ervan te leren. Je zult dan merken dat leesmotivatie en begrip voor de inhoud van de tekst toenemen!
Auteur: dr. Hilde Hacquebord, Universitair hoofddocent Toegepaste Taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur Diataal BV
© Nationale Onderwijsgids / Diataal