Elk seizoen, familie, cultuur, religie kent zijn feestdagen. Het zijn speciale dagen. Na het overlijden van een familielid of na een scheiding zijn deze nooit meer hetzelfde. Thuis niet en in de klas niet. Altijd zien wij tekenen van het naderende feest. Versierde scholen, goed gevulde schappen in de winkels, muziek uit luidsprekers, voorbereidingen voor vieringen, diners et cetera.
Kinderen denken juist in deze dagen veel aan het er niet meer zijn van een vader, moeder, broertje, zusje of grootouder. Intens verdriet leeft vaak weer op, onverwachtse reacties van angst of boosheid kunnen hen overvallen. Niet alleen in het eerste jaar maar soms ook nog jaren later.
Leerkrachten hebben een belangrijke positie als het gaat om het observeren en anticiperen op rouwreacties van kinderen. Realiseer je dat triggers héél heftige reacties kunnen zijn. Geluiden, geuren, het herkennen van een melodie die verbonden is met het grote gemis. Kinderen realiseren zich ook dat diegene die gemist wordt er niet meer is bij bijvoorbeeld een feestelijk ontbijt op school of een viering. Soms kunnen ze de neiging hebben zich te isoleren met als doel deze triggers te vermijden.
Het helpt hen te zeggen dat je hun pijn begrijpt. Creëer mogelijkheden om te praten over hun herinneringen, ervaringen en gevoelens. Waar mogelijk tussen kinderen onderling. Stel zoveel open vragen. Minimaliseer gevoelens niet door er een positieve draai aan te geven. Het verdriet is er immers. Laat een kind merken dat je weet dat diegene die het mist er niet bij is bij bijvoorbeeld een viering of concert op school. Benoem hoe fijn jij het vindt dat hij of zij er is en je uitkijkt naar zijn of haar bijdrage. Nodig ze uit wanneer je bijvoorbeeld kaarten maakt ter gelegenheid van het feest om dit ook voor diegene te doen die ze missen. Juist zo! Dat geeft ruimte voor het uiten van gevoelens en een mogelijkheid er over te praten. In de kring of buiten de les om.
Realiseer je dat nieuwe rituelen, die belangrijke bijdrage leveren aan de overgang naar de nieuwe situatie in gezins- of familieverband, niet meteen het eerste jaar zijn gerealiseerd. Wie koopt dit jaar de kerstboom als vader dat altijd deed, is overleden of nu ergens anders woont? Wie verstopt de paaseitjes of wie kookt er nu voor het offerfeest. Hoe worden feesten na een scheiding gevierd?
Durf het gesprek aan te gaan, met het kind en met de ouder(s). Gehoord en gezien worden geeft bodem onder voeten waar die eerder werd weggeslagen door de (plotselinge) dood of een andere ingrijpende gebeurtenis.