Volgens taalwetenschapper Floris Roelofsen, zelf vader van een doof kindje, is er in Nederland te weinig aandacht voor de taalontwikkeling van dove kinderen. Ouders zouden zelfs afgeraden worden om gebarentaal te leren aan hun kind én zichzelf. 95 procent van de horende ouders met een niet-horend kindje, kent geen gebarentaal. Dit meldt NPO Radio1.
Als je in de eerste jaren van je leven bijna geen taal meekrijgt, loop je een achterstand op. “Je brein ontwikkelt zich de eerste vijf jaar van je leven om taal te kunnen verwerken en produceren. Dat moet echt in die eerste jaren gebeuren”, zegt Roelofsen. De taalachterstand die je zonder ondersteuning oploopt, is ook niet meer in te halen. Dit kan later ook voor cognitieve en sociale achterstanden zorgen.
Cochleair implantaat maar deels effectief
Volgens Roelofsen is er nog veel te doen in het onderwijs. Het onderwijs voor dove volwassenen is bijvoorbeeld bij lange na niet zo toegankelijk als dat het voor horenden is. Dove kinderen leren vaak niet eens gebarentaal, zegt hij. De reden daarvoor is dat veel van hen later een cochleair implantaat krijgt, maar dat werkt soms ook niet zoals het moet. “Een flink deel van de kinderen blijft daardoor behoorlijk auditief gehandicapt.” Groepsgesprekken zijn met zo'n implantaat bijvoorbeeld niet goed te volgen.
De taalwetenschapper hoopt dat de recente erkenning van de gebarentaal zorgt voor meer aandacht ervoor in het onderwijs en thuis én dat het leren van gebarentaal sociale isolatie en psychische problemen tegengaat.
Door: Nationale Onderwijsgids
