Dit jaar gaat de gemeente Utrecht het controleren van kinderdagverblijven intensiveren. Dat betekent dat er scherper gecontoleerd wordt bij kinderdagverblijven die matig functioneren.
Dat staat in het door het college vastgestelde handhavingsprogramma Inspectie Kinderopvang 2011. De gemeente inspecteert evenals in voorgaande jaren ook de gastouderbureaus.
De directe controle van individuele gastouders blijft in handen van de gastouderbureaus. De eigen verantwoordelijkheid van ouders bij hun keuze voor een gastouder ondersteunt de gemeente met goede informatievoorziening. Centraal bij deze aanpak staat de veiligheid en gezondheid van de kinderen. Bij ernstige klachten en signalen over gastouders stelt de gemeente een onderzoek in.
Sinds de invoering van de nieuwe Wet kinderopvang in 2010 zijn de kwaliteitseisen voor gastouders en gastouderbureaus verhoogd. Het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang is door het Rijk belegd bij gemeenten. Daarnaast hebben gemeenten met de nieuwe wet ook de taak gekregen om individuele gastouders te controleren.
Gemeenten krijgen echter niet het budget om deze wettelijke taak volledig uit te kunnen voeren. De gemeente Utrecht stelt daarom prioriteiten en voert de wettelijke taak zo goed als mogelijk uit binnen de gegeven financiële middelen en capaciteit.
De gemeente heeft ervoor gekozen om de controle van reguliere kinderdagverblijven te versterken en de taak 'controleren van individuele gastouders' te laten waar die volgens het college hoort, bij de betreffende gastouderbureaus en de ouders zelf. De gemeente blijft de gastoudersbureaus zorgvuldig controleren, ondermeer door steekproefgewijs controles uit te voeren bij de gastouders.
Bij de individuele gastouders zelf beoordeelt de gemeente enkel of zij voldoen aan de wettelijk vereiste documenten om ingeschreven te mogen worden in het Landelijke Register Kinderopvang. Het gaat hierbij om de verklaring omtrent gedrag (VOG) van de gastouder en van eventuele huisgenoten, het identiteitsbewijs, de beroepskwalificatie en het EHBO diploma.
De gastouderbureaus hebben zelf de verantwoordelijkheid en wettelijke plicht om tweemaal per jaar de opvanglocaties van hun gastouders te controleren. De inspecteurs van de GG&GD controleren of gastouderbureaus deze verantwoordelijkheid nemen. Door het controleren van de bureaus houdt de gemeente indirect toezicht op de gastouders.