(Novum) - Het stelsel van middelbaar beroepsonderwijs in Nederland is complex, maar niet onbestuurbaar. Een stelselwijziging is daarom niet nodig, concludeert de commissie-Oudeman dinsdag.

De commissie onder leiding van Marjan Oudeman (foto) werd dit voorjaar ingesteld naar aanleiding van alle negatieve publiciteit over het mbo. Die werd veroorzaakt nadat de Inspectie van het Onderwijs begon met het publiceren van overzichten van het aantal zwakke mbo's.

Oudeman boog zich over de vraag of het mbo-onderwijs niet te complex is geworden om goed te kunnen worden bestuurd. Dat is niet het geval, luidt de hoofdconclusie. En er zijn veel problemen, maar die kunnen worden opgelost als de scholen meer ruimte krijgen voor hun kerntaak: het geven van goed onderwijs.

Een stelselwijziging is volgens Oudeman zelfs onwenselijk, omdat de sector gebaat is bij rust om te kunnen werken aan de verbeteringen. Een van de aanbevelingen is gerichter toezicht door de Inspectie van het Onderwijs. Die moet zich vooral richten op slechte scholen en instellingen die het goed doen juist met rust laten.

Minister van Onderwijs Marja van Bijsterveldt (CDA) prijst de 'ragfijne' analyse van Oudeman. De mbo's moeten nu samen met de bewindsvrouw aan de slag met de adviezen, stelt zij. De MBO Raad onderschrijft de conclusies van het rapport eveneens. Het biedt kansen om 'zaken te verbeteren door middel van een aantal maatregelen', aldus voorzitter Jan van Zijl.

De inspectie heeft zelf ook onderzoek gedaan naar het functioneren van het mbo. Uit het rapport, dat eveneens dinsdag werd gepubliceerd, blijkt dat instellingen die goed worden bestuurd vaker goed onderwijs leveren.

Uit het overzicht van de inspectie blijkt dat Nederland begin deze maand nog 21 zeer zwakke mbo-opleidingen telt en van nog eens 290 opleidingen de examinering onder de maat is. Het mbo telt ruim elfduizend opleidingen die worden bekostigd door de overheid, met in totaal ruim vijfhonderdduizend studenten.