Klassen van 50 leerlingen, pabo-studenten voor de klas en ouders die lesgeven. Het lerarentekort is groter dan ooit en dus grijpen scholen naar noodmaatregelen. Ook de vierdaagse schoolweek wordt door meerdere basisscholen overwogen. Momenteel onderzoekt de PO-raad hoe die maatregel er in de praktijk uit moet zien. Wij vroegen Louise Elffers, universitair docent Onderwijswetenschappen aan de UvA, en twee docenten van basisscholen in Amsterdam Nieuw-West, naar hun ideeën over de vierdaagse schoolweek. Slecht voor de leerprestaties of kan het niet zoveel kwaad?
Vier op de tien scholen in het basis- en voorgezet onderwijs kampen met een tekort aan leraren, blijkt uit een peiling van de Algemene Onderwijsbond. De werkdruk voor de leraren die wél voor de klas staan, blijft oplopen. Ze vallen in voor uitgevallen collega’s, krijgen steeds meer administratieve taken op hun bord en begeleiden ook kinderen die extra aandacht nodig hebben. Tijd om hun lessen voor te bereiden? Die is er amper. Een vierdaagse schoolweek zou deze leraren wat lucht kunnen geven.
Tijdelijke experimenten
Wettelijk is een vierdaagse schoolweek (nog) niet toegestaan. Scholen mogen slechts zeven weken per jaar vier dagen lesgeven, bijvoorbeeld vanwege studiedagen voor leraren. Toch wordt er op sommige scholen al geëxperimenteerd met vierdaagse schoolweken.
Zo kreeg SBO De Wissel in Hoorn als enige school toestemming van het ministerie van onderwijs om van een vijfdaagse schoolweek af te wijken. Met een predicaat excellente school in bezit, mocht de school voor speciaal onderwijs vanaf september 2018 meedoen aan een pilot. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder en blijkt het experiment een succes. Iedere woensdag zijn de leerlingen vrij. Deze knip in de week geeft de leerlingen rust. Ook is het ziekteverzuim gedaald en gaan de leerprestaties vooralsnog niet achteruit. Op SBO De Wissel is de vierdaagse schoolweek overigens niet ingevoerd als maatregel tegen het lerarentekort, maar vanwege het hoge ziekteverzuim bij kinderen.
Duidelijk plan nodig
Op zestien Amsterdamse scholen die onder het bestuur van Stichting Westelijke Tuinsteden vallen, is het lerarentekort een chronisch probleem. In december waren deze scholen in de hoofdstad een week dicht. Tijdens die periode stonden ze stil bij het lerarentekort en dachten ze na over de vraag: hoe nu verder? De vierdaagse schoolweek kwam meermaals ter sprake.
“Onze directeur is al langer bezig deze optie te onderzoeken”, vertelt Dorien Kropholler, onderwijsbegeleider en tevens lerares van groep 6 op SBO De Kans in Amsterdam. “Het is belangrijk dat er een duidelijk plan komt voor de vijfde ‘vrije’ dag. De kinderen zijn niet gebaat bij een extra dagje vrij. Die vrijheid moet met overige vakken ingevuld worden.” Kropholler denkt dan aan extra sportactiviteiten die nu tijdens de reguliere lesdagen gegeven worden, zoals judo en zwemles. Of aan toneel en een kennismaking met het voortgezet onderwijs.
Op de woensdag zou de leerkracht dan vrij geroosterd zijn om planningen te maken, overleg te hebben en de begeleiding van kinderen goed neer te kunnen zetten. Zo wordt de werkdruk verlaagd. Kropholler benadrukt: “De vierdaagse schoolweek kan alleen goed uitpakken als er niet nog meer taken voor leerkrachten bijkomen. Zij moeten zich volledig kunnen richten op het passend onderwijs en alles wat daarbij komt kijken.”
Leerprestaties omlaag?
Wat voor effect heeft zo’n vierdaagse schoolweek op de leerprestaties van scholieren? “Daar is nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan”, antwoordt onderzoeker Louise Elffers als we haar deze vraag stellen. “In Nederland sowieso nog niet, wereldwijd ook weinig.”
Wel wijst Elffers ons op een Amerikaans onderzoek uit 2015. Noodgedwongen voerden scholen in de staat Colorado een vierdaagse schoolweek in. Het resultaat: de reken- en leesprestaties van scholieren gingen niet omlaag. Integendeel, er was juist sprake van een lichte verbetering. “Met het vertalen van zulk buitenlands onderzoek naar de Nederlandse context moet je altijd voorzichtig zijn”, stelt Elffers. “Het ging hier vooral om plattelandsscholen in Amerika, die verschillen op allerlei punten van scholen in Nederlandse steden.”
Uit onderzoeken waarbij schoolprestaties internationaal met elkaar worden vergeleken, blijkt dat de stelling ‘hoe meer lesuren, hoe beter de prestaties’ niet opgaat. Volgens de Pisa-ranglijsten zijn het juist de slechtst scorende landen, zoals Italië en Griekenland, waar kinderen de meeste uren naar school gaan. Kinderen in Finland presteren goed, terwijl zij maar 800 uur per jaar les hebben. Je moet echter oppassen met dit soort vergelijkingen, waarschuwt Elffers. “Finland presteert om veel redenen goed. Dat ligt niet alleen aan het aantal lesuren.”
Over het algemeen is Elffers niet meteen bang dat één lesdag minder zal leiden tot een grote terugval in leerprestaties. “Voorop staat dat de aanleiding voor zo’n maatregel heel treurig is. Helaas zal het lerarentekort op korte termijn niet verdwijnen, dus scholen moeten iets.”
Kansen van vierdaagse schoolweek
De onderzoeker ziet ook wel kansen voor een vierdaagse schoolweek. Waar we dan aan moeten denken? De vijfde dag invullen met extra activiteiten, zoals Kropholler al noemde. Elffers: “De laatste jaren zijn er steeds meer partijen actief in en rondom het reguliere onderwijs, die aanvullend onderwijs bieden. Denk aan een weekendschool of extra lessen in bepaalde vakken, voor groepen die dat nodig hebben. Scholen kunnen met hulp van zulke partijen een alternatief programma aanbieden op die vrije dag. Zo komen werkende ouders ook minder snel in de knel.”
Fatima Boutaka, lerares van groep 7 op basisschool De Horizon, is hier kritisch over. “De leermethodes zijn gebouwd op vijf lesdagen. Iedere dag krijgen leerlingen reken- en taalles, na drie weken volgt een toets. Dragen de lessen die ze op de vijfde ‘vrije’ dag krijgen, wel genoeg bij aan de kerndoelen? Want aan het eind van het jaar worden die doelen gewoon getoetst bij de Cito-toetsen. Ik heb het gevoel dat er best makkelijk wordt gedaan over één dag minder school.”
Onrust en kansenongelijkheid
Zo’n aanvullend programma kan volgens Boutaka alleen slagen als er op die vier dagen wel een vaste leerkracht voor de klas staat. Dat is op weinig scholen het geval. Fulltimers zijn vaak op een handje te tellen. Invallers nemen de overige dagen over. Boutaka: “Al die veranderingen zorgen voor veel onrust bij de kinderen. Ze bouwen net een relatie met een invaller op en dan komt er weer iemand anders. Dat zorgt voor een gevoel van afwijzing.” Ook Kropholler benadrukt dat het voor leerlingen van groot belang is dat stabiele partijen zo’n vijfde dag invullen.
Een veelgehoord argument tegen de vierdaagse schoolweek: het zou kansenongelijkheid creëren. Rijke ouders regelen wel iets, bijles bijvoorbeeld, voor ouders uit minder welgestelde milieus is dat lastiger. Hoe ziet Elffers dat? “Zolang scholen verantwoordelijk zijn voor het alternatieve programma, hoeft dat niet direct probleem te zijn. Dan moet het aanvullende aanbod immers voor iedereen toegankelijk zijn.” Ze benadrukt: “Het belangrijkste is dat leerlingen de lessen blijven krijgen die ze nodig hebben. Leerlingen die voor hun taalontwikkeling bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de lessen op school, mogen we niet door het ijs laten zakken door de taalles te vervangen door leuke extraatjes.”
“Wat je niet moet vergeten”, noemt Elffers, “is dat het geld voor de uren wel beschikbaar is bij scholen. Ze hebben alleen niet de mensen om het werk uit te voeren. Het beschikbare budget moet je gebruiken om de huidige leraren te ontlasten en in plaats daarvan andere mensen in te zetten voor andere taken.”
Boutaka is minder optimistisch over de werkdrukvermindering voor huidige leraren. “Zullen scholen zowel de aanvullende partijen betalen als de vaste leerkrachten die de vijfde dag niet lesgeven? Gaan ze echt betalen voor een dag lessen voorbereiden? Ik vrees van niet.” En dat terwijl het gebrek aan goede salarissen voor huidige leraren volgens haar juist een belangrijke reden is dat het lerarentekort niet opgelost wordt. Vooral in grote steden worden ervaren docenten veel te weinig betaald.
Niet reduceren tot taal- en rekenmachines
Goed, terug naar de vierdaagse schoolweek. Welke vakken zouden op zo’n eventuele vijfde dag gegeven moeten worden en welke vakken nemen de vaste docenten – als die er zijn – voor hun rekening? “Ik zou zelf blijven investeren in taal en rekenen, maar ook in burgerschapsvorming. De relatie tussen leerkracht en leerling is het startpunt van de educatie”, zegt Kropholler. “Dat hebben de leerlingen hard nodig.”
Elffers denkt ook dat de kerndoelen bij de vaste leraren moeten liggen, en extra vakken als cultuur, seksuele vorming en duurzaamheid bij de aanvullende uitvoerders. “Tegelijkertijd is het treurig om vaste docenten tot taal- en rekenmachines te reduceren. Die bredere onderwerpen maken het vak ook weer interessant.”
Het laatste woord over de vierdaagse schoolweek is nog niet gezegd. Als die vijfde dag op een goede, vertrouwde manier ingevuld kan worden, lijkt het als tijdelijke oplossing weinig kwaad te kunnen. Tot het moment aanbreekt dat er écht een duurzame oplossing voor het lerarentekort komt. Want die blijft hard nodig.
Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs