Mbo-studenten worden hard geraakt door de coronacrisis. Momenteel is er een tekort van zo’n 20.000 stageplekken, blijkt uit cijfers van organisatie SBB. Vliegtuigen blijven aan de grond, de horeca is dicht en in de zorgsector heeft het begeleiden van stagiaires geen prioriteit. Noah Hajji, voorzitter van Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), vertelt over de gevolgen van het tekort. En we spreken Emiel, vierdejaarsstudent Leisure & Hospitality, over zijn stagezoektocht.
Een dag voordat Emiel Slowikowski (19) op het vliegtuig naar Mallorca zou stappen, kreeg hij te horen dat zijn stage gecanceld was. Hij had zijn spullen al gepakt. De student uit Heerlen zou zo’n twaalf weken stage lopen bij Fred Rompelberg, een aanbieder van fietsvakanties. Eerst was zijn plan om in april 2020 te vertrekken, maar dat werd uitgesteld tot mei. Net voor vertrek kreeg hij te horen dat hij helemaal niet meer hoefde te komen.
De reden? “Het was onzeker of het bedrijf zelf nog open kon blijven”, vertelt Emiel. “Al hun hotels moesten sluiten. En het toerisme liep terug. Daarom was het lastig een stagiair te begeleiden. Begrijpelijk, maar heel balen. Ik had er echt naar uitgekeken. En wat moest ik nu gaan doen?”
Onzekere vooruitzichten
Emiel besprak het probleem met zijn school, het VISTA college in Heerlen. Zijn begeleiders gaven aan dat hij de stage beter volgend jaar kon inhalen. Een vervangende opdracht hoefde hij niet te maken. “Maar een stage bij Fred Rompelberg zit er niet meer in”, zegt Emiel. “Van de opleiding mogen we het hele jaar geen stage lopen in het buitenland.”
Ook in eigen land is het lastig een stage te vinden. Het was lang onduidelijk of Emiel überhaupt stage moest lopen. Dat hoorde hij pas net voor de kerstvakantie. Meteen begon hij met zoeken, maar het aanbod is schraal. “Er zijn vooral stages beschikbaar op campings”, zegt Emiel teleurgesteld. “Maar daar vind ik niets aan. Een hotel lijkt me leuker, of een sportschool. Maar alles is dicht. Als ik bedrijven bel, krijg ik vaak te horen dat de situatie nog te onzeker is om stagiaires aan te nemen.”
Zonder stage geen beroepsopleiding
Emiel is één van de vele mbo-studenten die moeite heeft met het vinden van een stage. De MBO Raad waarschuwde al dat de onderwijskwaliteit onder grote druk staat. Een half miljoen studenten komt in de knel door het tekort aan stages. “Dat is een groot probleem”, volgens Noah Hajji, voorzitter van Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). “De stage is een belangrijke basis van een mbo-opleiding. Studenten doen praktijkervaring op en bereiden zich voor op de arbeidsmarkt. Vaak bouw je ook een netwerk op bij je stageplek.”
Uit cijfers van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) blijkt dat studenten uit de zorg- en welzijnssector de meeste moeite hebben een stage te vinden. Denk aan opleidingen als verpleegkunde en helpende zorg en welzijn. “Dat zou je in eerste instantie niet verwachten”, zegt Noah. “In de zorgsector is momenteel juist veel werk. Maar er is veel te weinig capaciteit om studenten goed te begeleiden.”
Redenen voor tekort stages
Het is een vicieuze cirkel, denkt Noah. “Als studenten geen stage kunnen lopen, ronden ze hun zorgopleiding niet af en wordt het tekort aan zorgpersoneel alleen maar groter.” In Amsterdam heeft de gemeente geld vrijgemaakt om het stagetekort in de zorg op te lossen. “Maar geld is niet het probleem voor zorginstellingen”, weet Noah. “Het probleem is het personeelstekort en de werkdruk.”
In andere sectoren zijn de redenen voor het stagetekort wel vooral financieel. Veel werkgevers hebben moeite het hoofd boven water te houden. Ze moesten hun deuren sluiten, waardoor er weinig werk is voor stagiaires. Begeleiding kost te veel tijd, en tijd is geld.
Veel mbo-opleidingen stelden de stageperiode daarom uit. Studenten mogen nu in februari beginnen, in plaats van in september. Of nog later. Toch is Noah niet hoopvol. “We weten niet wat de toekomst brengt. Ik verwacht niet dat veel bedrijven over een paar maanden weer open zijn en plek hebben voor stagiaires. Duizenden studenten zitten straks met een probleem.”
Kans op studievertraging
Een gevolg op de korte termijn is dat studenten studievertraging oplopen. In een enquête van JOB onder ruim 2.500 mbo-studenten gaf één op de vijf al aan op studievertraging te rekenen. “Voor een diploma is een stage toch een vereiste. Als je die niet afrondt, kun je ook niet afstuderen.” Dat brengt grote mentale druk met zich mee.
“De focus op de stage en het afstuderen kan ook ten koste gaan van aandacht voor het langetermijnperspectief”, denkt Noah. “Een student heeft geen tijd en energie om na te denken over vragen als: Wat wil ik hierna? Welke richting wil ik op?”
Doorstroming naar hbo
Uit wanhoop stromen mbo-studenten maar door naar het hbo. Ze zien het niet zitten om de arbeidsmarkt nu te betreden. Het perspectief op een passende baan is ver te zoeken. Harde cijfers volgen nog, maar JOB krijgt veel signalen dat mbo-studenten vaker verder gaan studeren.
“Dat kan goed uitpakken”, zegt Noah, “maar de kans bestaat ook dat een hbo-studie toch niet is wat mbo’ers voor ogen hadden. Omdat de stof te moeilijk is, bijvoorbeeld. Als de arbeidsmarkt weer aantrekt, stoppen studenten misschien toch nog met hun hbo-studie.” Een ander risico: als veel mbo-studenten overstappen op het hoger onderwijs, kan dat op den duur leiden tot een tekort aan afgestudeerde mbo’ers. En dat was de laatste jaren al groot.
Ook Emiel is van plan verder te studeren. “Maar dat wist ik al vóór corona. Ik wil een hele andere richting op: fysiotherapie. Ik ben heel geïnteresseerd in de manier waarop het lichaam beweegt. En hoe spieren zijn opgebouwd.”
Gebrek aan kennis en praktijkervaring
Voor Emiel zal zijn worsteling een goede stage te vinden waarschijnlijk geen grote gevolgen hebben. Maar mbo-studenten die wel verder willen met hun opleiding, missen bijvoorbeeld kennis en ervaring in hun latere carrière. Omdat ze minder stage hebben gelopen. Of omdat de stage tekortschoot. Dat laatste kan het geval zijn als studenten een vervangende opdracht krijgen voor hun stage. Want brengt zo’n opdracht evenveel kennis en ervaring mee als een fulltime stage van zes maanden?
Vervangende praktijkopdrachten
In november heeft JOB samen met onder meer het ministerie van OCW en de MBO-raad het servicedocument mbo-aanpak coronavirus uitgebracht. Daarin staan oplossingen genoemd voor het geval dat een student geen stage kan vinden. “Een instelling kan de hulp inschakelen van SBB, of een niet-erkend leerbedrijf aandragen bij SBB. Als alle opties niet lukken, moet er een vervangende praktijkopdracht komen.”
“Het is belangrijk dat zo’n praktijkopdracht goed in elkaar zit”, benadrukt Noah. “Neem mbo-studenten die voor hun stage kunnen helpen met vaccineren. Aan de ene kant is dat heel positief voor de maatschappij. Tegelijkertijd vraag ik me af of een student zelf genoeg leert van zo’n stage. Na een week ken je het trucje wel. Wat leer je de overige vijf à zes maanden?” Noah kent ook succesvolle voorbeelden. Zoals toerismestudenten die praktijkcases uitvoeren op het leegstaande Lelystad Airport.
Betere samenwerking met bedrijfsleven
Ziet hij nog andere oplossingen voor het stagetekort? “Opleidingen en bedrijven kunnen beter samenwerken om te kijken wat wel kan. Bij kleinere vakscholen gebeurt dat al veel.” Daarnaast kan de overheid op korte termijn stageplekken creëren, vindt hij. Ook pleit Noah voor een speciaal coronameldpunt op elke mbo-instelling, waar studenten terechtkunnen met vragen.
Verder kunnen instellingen volgens de voorzitter van JOB al eerder beginnen met loopbaanoriëntatie. Ook studenten hebben daar een rol in: zij denken soms pas op het laatste moment na over een passende stageplek. “Begin op tijd. Hoe beter je weet wat je wil, hoe specifieker je kunt zoeken naar een stage.”
Stage moet wel leuk blijven
Maar dan moet die stage natuurlijk wel beschikbaar zijn. Emiel heeft nog tot eind februari om een passende stageplek te vinden. Hij is positief, maar maakt zich ook zorgen. Vooral omdat hij de stage-uren van vorig jaar ook nog moet inhalen. Vanuit zijn opleiding is er veel onduidelijkheid. “Maar dat begrijp ik wel. Zij weten ook niet wanneer alles weer normaal is.”
Tot die tijd blijft hij bedrijven bellen. Dan maar stage lopen op een camping? “Echt niet. Als je het niet naar je zin hebt tijdens je stage, zijn twaalf weken heel lang.” Nee, als Emiel echt niets kan vinden, klopt hij aan bij het bedrijf waar hij eerder stage heeft gelopen. Dat is een sporthal. Laten we hopen dat die zijn deuren snel weer mag openen.
Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs