SHANGHAI (Novum/AP) - De twee miljard vrouwen in Azië krijgen nog altijd minder betaald voor hetzelfde werk als mannen en zijn ernstig ondervertegenwoordigd op hoge posities, zelfs in rijke landen als Japan. Dat blijkt uit een rapport dat donderdag is verschenen.
Het rapport over de status van vrouwen op het gebied van gezondheid, onderwijs, economische activiteit en politiek leiderschap roept op tot verbeteringen op alle vlakken om ervoor te zorgen dat de regio de nu ongebruikte talenten ten volle kan benutten. De status van vrouwen verschilt enorm van land tot land en van de ene categorie en de andere, maar in het algemeen 'zou verdere beweging in deze richting veel van Azië's successen in gevaar brengen', aldus het rapport.
Beperkingen op het inzetten van vrouwen kosten de regio volgens het rapport omgerekend 89 miljard euro per jaar als er gekeken wordt naar onder meer verloren productiviteit.
De kloof tussen mannen en vrouwen is het grootst en vrouwelijk leiderschap het minst aanwezig in Pakistan, Nepal, India, Zuid-Korea en Cambodja. Ook sommige goed ontwikkelde landen lopen achter wat betreft vrouwelijk leiderschap, zoals Japan.
Azië is leidend als het gaat om het aantal jaren dat vrouwen als staatshoofd hebben geregeerd en de regio heeft momenteel vier vrouwelijke leiders. Het rapport wijst echter op de traditie dat vrouwen leiderschapstaken overnemen van vaders, echtgenoten of zonen als die sterven, gevangengenomen of vermoord worden.
Volgens het rapport begint het probleem al voor de geboorte, met sekseselectieve abortussen en kindermoord omdat gezinnen in landen als China en India liever zonen dan dochters hebben. Dat betekent ook dat meisjes op sommige plekken slechtere gezondheidszorg, slechtere voeding en slechter onderwijs krijgen dan jongens, vooral in ontwikkelingslanden.