80 procent van de basisscholen vindt het goed dat de Onderwijsinspectie werkt met opbrengstindicatoren en vindt dat dit in het belang is van de onderwijskwaliteit. De helft vindt wel dat de indicatoren een te smal beeld van de leerresultaten geven. Dit blijkt uit het rapport van de Universiteit Maastricht (UM) met medewerking van het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS) naar mogelijk negatieve effecten van het toezicht in het basisonderwijs. Dat meldt de Onderwijsinspectie.
Volgens de Onderwijsinspectie zou een bredere benadering van de resultaten de risico’s van eventueel ongewenst strategisch gedrag mogelijk verkleinen. Er zijn in het basisonderwijs veel elementen van strategisch gedrag zichtbaar, maar het uiteindelijke effect op de scores van scholen op de eindtoets is beperkt.
In opdracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzocht Researchned de mogelijk negatieve effecten voor het voortgezet onderwijs. Uit het rapport blijkt dat inspectietoezicht bijdraagt aan kwaliteitsverbetering. Het toezicht biedt houvast en zorgt voor een focus op kwaliteit. Ook ervaren scholen inspecteurs als waardevolle gesprekspartners. Voor veel scholen is de manier waarop de inspectie kijkt naar de leerresultaten in lijn met de eigen opvattingen over onderwijskwaliteit. Voor de meeste ongewenste effecten blijkt dat er geen of een zwakke relatie is met dit leerresultatenmodel.
De inspectie werkt nu aan een herijking van de beoordeling van de leerresultaten en het waarderingskader in het basisonderwijs. In het in ontwikkeling zijnde toezichtkader heeft de indicator over de eindresultaten een minder exclusieve rol. De inspectie gaat breder naar scholen kijken en scholen kunnen ook onder geïntensiveerd toezicht komen te staan als er los van de eindresultaten zorg is over het onderwijsproces of de veiligheid op de school.
In het voortgezet onderwijs heeft inmiddels een herijking van het Onderwijsresultatenmodel plaatsgevonden. Daar wordt vanaf schooljaar 2016-2017 gewerkt met een aangepast model. Zowel voor het basis- als voortgezet onderwijs geldt: een nieuw model is geen eindpunt, maar startpunt van dialoog, reflectie en evaluatie voor de komende jaren.
© Nationale Onderwijsgids