Normal_eva_leest_voor_-_website_preview

In 2018 viert De Nationale Voorleeswedstrijd feest: de grootste leesbevorderingswedstrijd van Nederland vindt dit jaar voor de 25e keer plaats. Van de bijna 233.000 deelnemers zijn er bijna 3.500 kinderen tot voorleeskampioen van hun school gekroond tijdens de schoolrondes van de wedstrijd. Zij zullen de komende maanden hun voorleestalent laten zien tijdens de lokale, regionale en provinciale voorrondes van De Nationale Voorleeswedstrijd, een campagne van Stichting Lezen. Tijdens de landelijke finale op woensdag 23 mei bepaalt een vakkundige jury, onder leiding van Kinderboekenambassadeur Monique Hagen, wie zich De Nationale Voorleeskampioen 2018 mag noemen. Dit meldt Stichting Lezen.

De provincie Noord-Brabant telt net als voorgaande jaren de meeste schoolkampioenen; er werden maar liefst 629 Brabantse leerlingen aangemeld voor de vervolgrondes. Zuid-Holland heeft dit jaar ruim 493 kandidaten, op de voet gevolgd door Gelderland met 476 voorleestalenten. De lokale vervolgrondes zijn de afgelopen maand in alle provincies van start gegaan en in maart en april staan de regionale vervolgrondes en provinciale finales op het programma. De vervolgrondes worden georganiseerd door de Bibliotheken en de Provinciale Ondersteuningsinstellingen.

Favoriete schrijvers

Roald Dahl, Tosca Menten en Jacques Vriens zijn dit jaar de populairste kinderboekenschrijvers onder de deelnemers. Dagboek van een muts van Rachel Renée Russell is voor het derde jaar op rij het meest gekozen als voorleesboek. In de afgelopen 25 jaar werd Jacques Vriens het meest gelezen. Schoolkampioenen kozen in totaal 4.821 één van zijn boeken. Zijn boek Achtste-groepers huilen niet is het meest populaire voorleesboek onder kinderen, het boek werd maar liefst 967 keer gekozen.

25 jaar De Nationale Voorleeswedstrijd

In de afgelopen 25 jaar deden ongeveer anderhalf miljoen kinderen mee als voorlezer of als luisteraar tijdens De Nationale Voorleeswedstrijd. Stichting Lezen ziet dit als een mooi resultaat. Uit onderzoek weten we dat voorlezen en vrij lezen de taalontwikkeling van kinderen stimuleert.

Echter, naarmate kinderen ouder worden, neemt hun plezier in lezen (en daarmee ook hun leesfrequentie) af. Waar in de bovenbouw van de basisschool 82 procent van de kinderen lezen (heel erg) leuk vindt, geldt dit in het voortgezet onderwijs voor nog maar 51 procent van de leerlingen. Zeker aan het einde van de basisschool, wanneer voorlezen niet meer vanzelfsprekend is en lezen aan populariteit begint in te boeten, is het dus belangrijk om kinderen het genot van lezen en voorlezen bij te brengen. Campagnes als De Nationale Voorleeswedstrijd zijn nodig om te voorkomen dat kinderen minder gaan lezen.

De Nationale Voorleeswedstrijd

De Nationale Voorleeswedstrijd is een initiatief van Stichting Lezen in samenwerking met de Bibliotheken. De betrokken organisaties willen met deze wedstrijd een breed publiek laten zien dat voorlezen niet alleen belangrijk, maar vooral ook erg leuk is.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids