Volgens het college past Nederland de wet ten aanzien van de inkomenseis en het inburgeringsexamen te strikt toe. Ook de hoge kosten voor de aanvraag van een hereniging kunnen mensen belemmeren bij hun gezinshereniging.

Het college stelt vast dat de inkomensnorm voor in Nederland woonachtige familieleden in de wet als richtbedrag is opgenomen, maar in de praktijk een harde eis is. "Er zijn voorbeelden dat het in Nederland wonende gezinslid slechts twintig euro te weinig verdient en om die reden gezinshereniging niet mogelijk is.

Individuele levensbehoeften van het gezin neemt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet mee in de afweging", schrijft het college. Iemand die in Nederland woont moet het minimumloon verdienen.

Ook het verplichte inburgeringsexamen zou niet een harde eis, maar een inspanningsverplichting moeten zijn, vindt het college. "In de praktijk worden gezinsleden onnodig langdurig gescheiden. Nederland gaat hiermee verder dan het Europese recht toestaat."

Uit het onderzoek bleek bovendien dat de mogelijkheid om vrijstelling van de kosten van een herenigingsaanvraag te vragen niet erg toegankelijk is. "Dit kan voor gezinnen nog steeds een drempel opwerpen", aldus het college.

Het college onderzocht hoe met de aanvragen van gezinshereniging werd omgegaan. In 2012 werden ongeveer twintigduizend aanvragen gedaan. De helft werd in eerste instantie afgewezen.

Het mensenrechtencollege wil dat staatssecretaris voor Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) met maatregelen komt om mensen hun mensenrechten te kunnen laten realiseren. In Nederland is sinds 2004 de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn van kracht. Deze richtlijn is Europees recht en heeft daarom voorrang boven het Nederlandse immigratiebeleid.