Peuters die naar een kinderdagverblijf gaan lopen iets voor in hun taalontwikkeling op kinderen die thuis blijven. Dat blijkt uit het grootschalige onderzoek Generation-R van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het verschil in taalniveau is klein. Toch worden de onderzoeksresultaten gezien als positieve stimulans voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit meldt Kinderopvangtotaal.
Uit het onderzoek zou blijken dat kinderen van zes jaar die in hun peutertijd naar het kinderdagverblijf gingen, beter scoren op taaltesten dan hun leeftijdsgenootjes die thuis bleven. Met name het taalbegrip en het taalgebruik van de kinderen op het kinderdagverblijf zijn beter ontwikkeld. Bij jonge kinderen tot anderhalf jaar zien de onderzoekers een tegenovergestelde ontwikkeling. Op die leeftijd scoren kinderen die thuis blijven juist beter op taaltesten. In beide gevallen zijn de verschillen echter heel klein, zeggen de onderzoekers.
De conclusie luidt dat het bezoeken van de kinderopvang niet schadelijk is voor de taalontwikkeling maar juist licht gunstig blijkt te zijn voor kinderen die net naar de basisschool gaan. De achtergrond van het kind, zoals opleidingsniveau of afkomst van de ouders, lijkt daarbij niet uit te maken.
De Generation-R studie is een langlopend onderzoek naar de groei, ontwikkeling en gezondheid van zo'n tienduizend kinderen in Rotterdam. De kinderen worden vanaf de vroege zwangerschap van de moeder tot aan hun jong volwassenheid gevolgd. Voor de studie naar taalontwikkeling werden 5300 kinderen gevolgd vanaf dat zij 1 jaar waren tot 6 jaar. Elk half kregen de kinderen een taaltoets.
© Nationale Onderwijsgids
