Minister Asscher van Sociale Zaken geeft antwoord op vragen die gesteld zijn in de Eerste Kamer bij de behandeling van wetsvoorstellen om het advies- en klachtrecht van ouders in de kinderopvang te verstevigen. Er waren voornamelijk veel vragen over het aantal van vijftig kinderen als grens om een verplicht oudercommissie in te stellen. Dit meldt Kinderopvangtotaal.
Volgens het wetsvoorstel mag er een alternatieve ouderraadpleging worden georganiseerd, wanneer het niet lukt om een oudercommissie in te stellen. Dit geldt voor kindercentra die minder dan vijftig kinderen hebben en gastouderbureaus met minder dan vijftig gastouders. In de Eerste Kamer is de suggestie besproken om bij kleine locaties een gedeelde oudercommissie van meerdere locaties op te richten.
Asscher zegt dat ongeveer een derde van de kindercentra en peuterspeelzalen onder de grens valt voor alternatieve ouderraadpleging. BOinK en Brancheorganisatie Kinderopvang gaan steun bieden door bijvoorbeeld de optie om een oudercommissie voor meerdere locaties onder de aandacht te brengen als alternatieve invulling. Deleden van de PvdA-fractie vroegen naar de motivering van de regering omtrent de grens van maximaal vijftig kinderen, ofwel vijftig aangesloten gastouders. Volgens Asscher heeft de regering hierbij gekeken naar soortgelijke situaties, de praktijk en de Wet op de ondernemingsraden.
De GroenLinks-fractie vraagt zich af waarom er niet gekozen is om een (verplichte) gezamenlijke oudercommissie voor meerdere locaties in de wet op te nemen voor de kleinere kindercentra en gastouderbureaus. Asscher is van mening dat het aan de houder is om in overleg met de ouders te beoordelen welke alternatieve vorm van ouderraadpleging het meest passend is. Een toezichthouder zal erop toezien dat de alternatieve vorm wel aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet. Er is door de regering niet gekozen voor een verplichte gezamenlijke oudercommissie voor meerdere kleine locaties, omdat kleinere instellingen niet per definitie meerdere locaties hebben.
