In het derde kwartaal van 2015 maken gemiddeld 643.000 kinderen gebruik van kinderopvangtoeslag. Dit zijn circa 11.000 kinderen meer dan in het derde kwartaal van 2014. De toename is vooral te zien in de buitenschoolse opvang (+ 10.000 kinderen) en in de gastouderopvang (+ 3.000 kinderen). Het aantal uren per kind is gedaald ten opzichte van het derde kwartaal 2014.
Vooral bij de inkomens van 1,5x modaal tot 3x modaal is het aantal kinderen met kinderopvangtoeslag gestegen (meer dan 5 procent). De arbeidsparticipatie van vrouwen, al of niet met jonge kinderen, is in het 3e kwartaal van 2015 licht gestegen in vergelijking met het 3e kwartaal 2014. Dit kan mede het gevolg zijn van het economisch herstel.
Vergeleken met het tweede kwartaal 2015 is het aantal kinderen met kinderopvangtoeslag juist gedaald met 7.000 en is het gemiddeld aantal uren opvang per kind met 0,4 uur gedaald. Per saldo heeft er een lichte daling plaatsgevonden: het aantal kinderen is met -1,1 procent gedaald en het aantal uren is met 0,7 procent gedaald. Het seizoenseffect speelt hier een rol: in de zomer maken minder kinderen gebruik van kinderopvang.
Het aantal instellingen in de dagopvang en bso is het derde kwartaal gestegen. Tegelijkertijd is het aantal gastouderlocaties verder gedaald. Alle cijfers over kinderopvang in het 3e kwartaal zijn hier te bekijken.
© Nationale Onderwijsgids