Het weekend van 27 en 28 januari is het weer tijd voor de Nationale Tuinvogeltelling. Deelnemers houden dan een half uur lang bij hoeveel vogels en welke vogels zij in de tuin of op het balkon hebben zitten. Ook scholen en kinderdagverblijven kunnen meedoen. Zij mogen de volgens op een eerder moment tellen en hun telling al op vrijdag 26 januari doorgeven. Dit meldt Vogelbescherming Nederland.
Dit jaar zal de Tuinvogeltelling voor de 15e maal georganiseerd worden. De Vogelbescherming gebruikt de gegevens van de tellingen om in de gaten te houden hoe het gaat met de tuinvogels in Nederland, landelijk maar ook per provincie en gemeente.
Scholen en kinderdagverblijven kunnen meedoen door op een tijdstip dat voor hen uitkomt een half uur lang alle vogels te tellen die zich op het schoolplein of in de omgeving bevinden. Vogels die alleen maar overvliegen tellen niet mee. Op www.tuinvogeltelling.nl staat precies uitgelegd hoe het tellen in zijn werk gaat.
Op de website is ook gratis lesmateriaal te vinden met inspiratie, doe-tips en zoekkaarten. Het lesmateriaal is gemaakt voor groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs maar is ook te gebruiken door pedagogisch medewerkers en docenten van de lagere klassen in het voortgezet onderwijs. Voor de kleintjes is er daarnaast een speciaal telformulier gemaakt waarmee ze zelf aan de slag kunnen tijdens de telling.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids