DEN HAAG - In een donderdag verschenen rapport trekt de Algemene Rekenkamer de conclusie dat de administratie die instellingen in het mbo moeten bijhouden over de urennorm, niet in verhouding staat tot de eventuele baten die dit zou hebben. Dat meldt het ANP.
Nu is het zo dat mbo-instellingen verplicht zijn 850 uren les te geven, de urennorm. Of dit behaald wordt, wordt gecontroleerd door de accountant van de instelling en door de Inspectie van het Onderwijs. Bij het niet halen van deze norm, wordt een deel van de rijksbijdrage voor de school ingevorderd.
De rekenkamer vindt de gehanteerde normen te streng, want een onderwijstijd van 849 uren kan er toe leiden dat de gehele bijdrage ingetrokken wordt. De controles zijn verscherpt in 2006, nadat uitkwam dat 20 procent van de mbo-instellingen niet aan de norm voldeed.
De Rekenkamer meent dat de administratieve lasten nu zijn doorgeslagen. "De controle zegt meer over de kwaliteit van de bedrijfsvoering dan over de kwaliteit van het onderwijs", aldus het rapport. Het Ministerie van OCW zou zich daarom volgens de Rekenkamer meer moeten richten op de controle van de resultaten van de scholen.
© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem