De aanwezigheid en betrokkenheid van vaders heeft grote invloed op toekomstige prestaties van kinderen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek. Een grotere aanwezigheid van de vader in de opvoeding zorgt voor betere schoolresultaten en een hogere sociale status op latere leeftijd. Dat meldt Vakblad Vroeg.
De effecten die vaders hebben op het leven van kinderen komen veelal vanaf de tienerjaren tot uiting. Volgens Carolina de Weerth, hoogleraar Psychologie aan de Universiteit van Nijmegen, is een investering in aanwezigheid als ouders tijdens het eerste levensjaar een prima investering die zich later ruimschoots terugbetaalt. Hiermee wordt gelinkt naar het verlof van een jaar voor moeders en langer vaderschapsverlof waar meerdere partijen voor pleiten.
Uit het onderzoek blijkt dat het niet per se over biologische vaders hoeft te gaan: adoptievaders of stiefvaders kunnen dezelfde resultaten bereiken. In het boek 'Gender and Parenthood: Biological and Social Scientific Perspectives' worden vier gebieden beschreven waarop de invloed van vaders het grootste is.
Het eerste is spelen, kinderen leren door te spelen met de vader om hun lichaam en emoties te beheersen. Het nemen van risico's is het tweede gebied, vaders zouden kinderen van nature meer aanmoedigen om risico's te nemen, zowel in de speeltuin als in het dagelijkse leven. Ten derde is de bescherming van de kinderen. Kinderen met betrokken, aanwezige vaders hebben minder kans betrokken te raken bij seksueel misbruik. Ook zouden kinderen met betrokken vaders later seksueel actief worden dan kinderen met een minder betrokken vader. Als laatste zijn vaders vaak minder gedisciplineerd dan moeders. Dit in combinatie met de gedisciplineerde stijl van de moeder heeft een positieve invloed op de kinderen.
© Nationale Onderwijsgids
Graag een onderzoek waarin ook eens aandacht is voor alleenstaande vaders, die grotendeels of volledig alleen voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen staan. Ik kan mij niet vinden in de laatste 2 zinnen en hou niet van vooroordelen. Deze worden maar al te graag misbruikt door onderwijsdeskundigen, samenwerkingsverbanden, leerplicht(ambtenaren) en schoolartsen.