Het expertise ontbreekt op voor- en vroegschoolse opvang (vve) om taalstoornissen te herkennen en adequaat aan te pakken. Hierdoor dreigt een kwetsbare groep kinderen leer- en gedragsproblemen te ontwikkelen. De kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben minder kansen in het onderwijs, worden vaak gepest, ontwikkelen meer gedragsproblemen en stromen – vaak ten onrechte – uit naar het speciaal onderwijs, stelt Andy van Kollenburg, teamleider logopedie bij OnderwijsAdvies en bestuurslid van de beroepsorganisatie van logopedisten NVLF. Dat meldt Binnenlands Bestuur.
Vroegtijdige opsporing is bij kinderen met TOS van groot belang om zo snel mogelijk een gerichte aanpak te kunnen starten. Een vroegtijdige opsporing vereist echter deskundigheid die bij de VVE veelal ontbreekt, zegt Van Kollenburg. Wanneer een kind anderhalf jaar oud is kan het consultatiebureau een indicatie voor vve geven. Alleen zijn taalontwikkelingsstoornissen hierbij onderbelicht. Bovendien, stelt Van Kollenburg, zijn de pedagogisch medewerkers binnen de opvang onvoldoende toegerust om de vertraagde taal-spraakontwikkeling van kinderen goed te stimuleren en om te gaan met een TOS. Gevolg is dat deze groep kinderen leer- en gedragsproblemen kunnen ontwikkelen. Leerkrachten binnen het basisonderwijs worden hierdoor extra belast en onnodig veel leerlingen stromen door naar het speciaal onderwijs.
Volgens Van Kollenburg is het onderliggende probleem dat gemeenten geen geschikt toetsingskader hebben om regie te kunnen voeren op het stimuleren van de taalontwikkeling en het bij elkaar brengen van de juiste expertise. Het beleid is nu veelal vorm gegeven vanuit het onderwijs of de jeugdgezondheidszorg. Hierdoor gaat de aandacht uit naar het taalniveau van kinderen uit taalzwakke gezinnen ofwel naar taalontwikkeling als onderdeel van het werk van jeugdartsen. Van Kollenburg benadrukt dat juist een samenhang van beide domeinen van belang is.
Van Kollenburg geeft aan wat er verbeterd moet worden. Zo zouden gemeenten de regie moeten nemen in voorlichting over TOS en moeten onderscheid maken tussen een taalachterstand en een taalontwikkelingsstoornis. De vroegsignalering zou door een taalspecialist gedaan moeten worden. Daarnaast moeten pedagogisch medewerk(st)ers worden geholpen met kennis over TOS en met vaardigheden om de taal-spraakontwikkeling goed te begeleiden. Ook bij publieksvoorlichting zouden gemeenten de regierol moeten pakken door kennis over TOS te vergroten bij hun inwoners.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids