De vereniging van Universiteiten (VSNU) houdt op 16 juni een debat over de toekomst van de geesteswetenschappen. Onder leiding van VSNU-voorzitter Karl Dittrich zullen hoogleraar Frits van Oostrom, hoogleraar Wijnand Mijnhardt en studente Esther Crabbendam met elkaar en met het publiek in discussie gaan over de positie, kansen en het maatschappelijk nut van alfa-studies.
De commissie Duurzame Geesteswetenschappen concludeerde in 2008 nog dat het aantal studenten in alfa-opleidingen toenam en dan de prestaties in onderwijs en onderzoek hun uitwerking hadden op uiteenlopende terreinen in de cultuur. Toch schrapte de Rijksuniversiteit Groningen vorig jaar haar opleidingen Noors, Deens, Fins en Hongaars. Alleen kleine opleidingen met een “duidelijk maatschappelijk en economisch belang” konden blijven, verklaarde de Letterenfaculteit.
Het aanbod in de Geesteswetenschappen neemt af maar het verdwijnen van opleidingen leidt niet tot massale ophef. De samenleving staat te springen om afgestudeerde bètawetenschappers, voor alfa's ligt dit anders. Bovendien vergrijst de wetenschappelijke staf en raakt het onderwijsaanbod versnipperd. Het rendement van bachelor-studenten is laag en de vraag rijst of de geesteswetenschappen nog bestaansrecht hebben in deze tijd.
Frits van Oostrom is hoogleraar Nederlandse Letterkunde van de Middeleeuwen aan de Universiteit van Utrecht en voorzitter van het Regieorgaan Geesteswetenschappen. Hij is bij het grote publiek bekend van de reeks 'Geschiedenis van de Nederlandse literatuur' en de canon van Nederland. Wijnand Mijnhardt is hoogleraar vergelijkende wetenschapsgeschiedenis en Esther Crabbendam is studente Geschiedenis en Italiaans en daarbij voorzitter van de ASVA Studentenunie.
De drie zullen tijdens het VSNU-Café discussiëren in Café Brasserie Dudok in Den Haag op 16 juni vanaf 17.00 uur. Aansluitend is er een borrel. Aanmelden kan tot 10 juni via het formulier op de website van VSNU.
© Nationale Onderwijsgids