Ook kreeg B. een celstraf opgelegd van 31 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. De man ging tijdens de ontgroening op 25 augustus vorig jaar in de sociëteit van Vindicat op het hoofd van slachtoffer Rogier staan. Die liep een hersentrauma op. De verdachte was donderdag niet aanwezig in de rechtszaal.
De rechtbank legde een hogere werkstraf op dan de geëiste 180 uur. Volgens de rechters heeft B. zich te veel laten leiden door een persoonlijk akkefietje tussen hem en het slachtoffer. Het verweer dat de mishandeling plaatsvond tijdens een ontgroening waarbij geweld in zekere mate geaccepteerd was, verwierp de rechtbank. Ze vond dat hiermee wordt miskend dat de maatschappij "geweld in geen enkele setting accepteert''. De rechtbank vindt dat de verdachte het slachtoffer niet alleen letsel heeft toegebracht, maar ook heeft vernederd.
Wel is de celstraf lager dan de geëiste 91 dagen waarvan 90 voorwaardelijk. De persrechter benadrukte dat de rechtbank daarmee rekening heeft gehouden met het feit dat B. in de pers al 'door het slijk' is gehaald.
Volgens advocaat Tjalling van der Goot is zijn cliënt teleurgesteld in de uitspraak. "De rechtbank gaat uit van de verkeerde feiten en trekt dus de verkeerde conclusie.'' De raadsman vindt het opmerkelijk dat de rechtbank meent dat de maatschappij geen enkele vorm van geweld of vernedering bij een ontgroening accepteert. "Het op iemands hoofd staan is uiteraard verkeerd, maar een vorm van geweld is ook water over iemand heen gooien. Als je voor een ontgroening gaat, dan kies je voor dat soort rituelen.''
Over een mogelijk hoger beroep neemt de verdediging pas later een beslissing.
Door: ANP