Vanaf dit jaar is het advies van de basisschool leidend voor het niveau waarop leerlingen doorstromen naar het voortgezet onderwijs. Geen goede zaak, zegt onderwijssocioloog Jaap Dronkers van de universiteit van Maastricht. Uit onderzoek concludeert hij dat basisschoolleerlingen steeds vaker een te hoog advies krijgen omdat ouders de leraren onder druk zetten. “Het is wachten op het eerste geval van omkoping”, stelt hij. Dit meldt het AD.
Middelbare scholen mogen niet langer selecteren op basis van de resultaten van een eindtoets zoals Cito. Het advies van de basisschool is leidend en wordt afgegeven voordat de leerlingen de eindtoets maken. Als de score op de toets hoger uitvalt dan het advies mag het doorstroomadvies worden aangepast, maar bij een lagere score gebeurt dat niet.
Dronkers voorspelt dat leerlingen hierdoor steeds vaker op een niveau in het voortgezet onderwijs terecht komen dat ze niet aankunnen. De afgelopen vier jaar zijn de Cito-scores en het lerarenadvies steeds verder uiteen gaan lopen en die trend zal doorzetten nu de toetsscores pas na het advies bekend worden, zegt Dronkers. Vooral hoogopgeleide ouders zouden er bij docenten op aandringen om hun kind een hoger advies te geven. Ook vreest Dronkers dat scholen het niveau van het vwo zullen verlagen om te voorkomen dat leerlingen afstromen naar lagere niveaus.
Onderwijsorganisaties zoals de PO en VO Raad en de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) geloven niet zo in de voorspellingen van de Maastrichtse onderzoeker. “De risico's die Jaap Dronkers ziet, zien wij ook, maar zo ernstig als hij het schetst wordt het niet”, zegt Petra van Haren van de AVS. De meeste docenten staan sterk genoeg in hun schoenen om de druk van ouders te weerstaan, zegt zij. Dat het schooladvies soms hoger uitvalt dan de toetsresultaten betekent bovendien ook niet dat er verkeerd geadviseerd wordt, stelt Van Haren. “De afgelopen jaren was de Cito-toets nogal talig, zelfs bij de rekenopdrachten. Iemand die goed is in rekenen, kwam zo altijd goed uit de verf. Dan heeft de leraar een beter beeld”.
Ook de PO en VO Raad zijn voorstander van het advies door docenten. De Cito-toets is slechts een momentopname, zegt een woordvoerster, een school heeft het complete beeld. Dronkers zelf vindt het advies ook waardevol maar het oordeel zou geen belangrijkere rol moeten krijgen dan de toetsscore. “De toetsscore is objectief. Een leraar is gemakkelijk te beïnvloeden. Bovendien hebben scholen er zelf belang bij dat zij meer leerlingen naar het vwo kunnen sturen. Dan worden zij aantrekkelijker”.
© Nationale Onderwijsgids
Weinig vertrouwen heeft de heer Dronkers in de leerkrachten. Dat er ouders zijn die graag een hoger advies zien blijft altijd bestaan, maar een lage Cito-uitslag brengt die ouders niet op een ander idee. Het is namelijk naar en momentopname, zeggen ze dan... Dit blijft een eeuwig spanningsveld. Leerkrachten weten dat, het is 'part of the job'.