Momenteel wordt het eerste prototype van de adaptieve Diagnostische Tussentijdse Toets (DTT) getest. Op 30 januari is de afnameperiode van de pilot gestart. Inmiddels is op 95 scholen een DTT afgenomen. Dit meldt het College voor Toetsen en Examens.
NOG
Pilot adaptieve Diagnostische Tussentijdse Toets in volle gang
-De DTT is een digitale adaptieve toets. Een adaptieve toets past zich aan op de manier waarop leerlingen antwoorden. Als leerlingen vragen goed of fout beantwoorden krijgen zij daardoor makkelijkere of juist moeilijkere vragen. Zo krijgt elke leerling een uitdagende toets op maat. Leerlingen maken de DTT aan het eind van de onderbouw in het voortgezet onderwijs. Ze hebben maximaal drie uur om de toets te maken.
Alle leerlingen krijgen na de DTT een diagnose. Hierin staat op hoofd- en deelaspecten wat hun sterke punten zijn, en op welke punten ze zich verder kunnen ontwikkelen. Bovendien krijgen docenten een diagnose op groepsniveau. Met deze diagnose kunnen docenten onderwijs op maat bieden. Zo kunnen docenten het leerproces van leerlingen goed bijsturen. De DTT draagt op deze manier bij aan meer maatwerk in het voortgezet onderwijs.
Om de DTT-diagnoses in de lespraktijk te gebruiken heeft SLO samen met zeven pilotscholen verschillende materialen ontwikkeld. Deze materialen zijn bedoeld om de uitslag van de DTT te gebruiken in de les als één van de middelen voor formatief evalueren.
De DTT wordt ontwikkeld met subsidie van de overheid, maar is en wordt niet verplicht voor scholen om te gebruiken. De ontwikkeling loopt tot en met schooljaar 2016-2017. In februari 2015 deden 100 scholen mee aan een succesvolle eerste pretest. In het schooljaar 2015 – 2016 hebben 199 scholen deelgenomen aan de eerste adaptieve afname en/of pretest 2016.
De DTT zal op verschillende manieren worden geëvalueerd na de meivakantie. Er zullen nog twee weken lang afnames plaatsvinden door heel Nederland.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids