Voor het trainen van communicatieve vaardigheden is binnen het academisch onderwijs doorgaans weinig ruimte. Logisch, een rollenspel met 150 studenten in een collegezaal is lastig te realiseren. Tools waarmee situaties gesimuleerd worden in de vorm van e-training, kunnen hier een uitkomst bieden. Iedere student kan daarmee in zijn eigen tijd en ruimte zo vaak oefenen als hij wil. Maar met een tool an sich is succes niet verzekerd. De volgende vijf tips helpen je dergelijke tools effectief in te zetten.
1. Aangeleerde vaardigheden moeten direct toepasbaar zijn in de praktijk
Oefenen zonder link met de praktijk heeft gewoonlijk niet zoveel nut. Sterker nog, dit zal de motivatie om te oefenen niet stimuleren. Waarom zou ik iets oefenen wat ik toch niet gebruik? Zorg er daarom voor dat de noodzaak van beheersing van de vaardigheid duidelijk is. Ga interviewvaardigheden oefenen wanneer studenten binnen de cursus interviews moeten afnemen. Laat ze stoeien met presentatievaardigheden als ze ook daadwerkelijk moeten presenteren en laat ze gesprekstechnieken verbeteren als ze deze ook echt kunnen toepassen in bijvoorbeeld een stage.
2. E-training erkennen als urgent onderdeel binnen de cursus
Hoe leuk een tool ook is, niet iedere student zal staan te springen om hier - naast alle verplichtingen - tijd in te steken. Het is dus zaak om de training een bepaalde status mee te geven en het te erkennen als noodzakelijk onderdeel van de cursus. Wanneer het te vrijblijvend wordt gepresenteerd, zal de participatie direct teruglopen. Indien het niet reëel is om het resultaat bij te laten dragen aan het eindcijfer voor de cursus, zou deelname ook een voorwaarde kunnen zijn voor het ontvangen van het eindcijfer, zonder dat het direct invloed heeft op de hoogte hiervan.
3. Enthousiasme tonen en kweken
Het succes van een tool kan staan of vallen met het enthousiasme van de docent. Wanneer de docent de tool op een enthousiaste manier introduceert en de studenten op weg helpt, bijvoorbeeld door samen in te loggen of een oefening zelf voor te doen, zal de student het enthousiasme makkelijk overnemen en gestimuleerd worden om zelf aan de slag te gaan. Ook na de lancering van e-training is het belangrijk om de voortgang te monitoren en de leeractiviteiten top of mind te houden. In het college kunnen bijvoorbeeld moeilijkheden worden besproken.
4. Coaching uit handen geven
Persoonlijke feedback geven aan studenten wordt minder noodzakelijk wanneer ze zichzelf kunnen scoren aan de hand van een aantal zelfchecks. Daarnaast werkt het erg goed om studenten hun reacties te laten delen met anderen, waarna ze elkaar feedback geven. Hier gaat het leereffect twee kanten op. Ze leren iets van het de feedback die ze krijgen, maar ook de reactie van de ander kan inspirerend zijn. Het stimuleren van peer feedback is dus zeker raadzaam. Wanneer het toch wenselijk is om alle studenten van persoonlijke feedback te voorzien, zou deze experttaak ook vervuld kunnen worden door bijvoorbeeld studentassistenten.
5. Adaptief laten leren
De ene student is de andere niet. De een heeft al veel ervaring en is communicatief erg vaardig, de ander heeft geen idee. Het is dan fijn om na een geslaagde poging klaar te kunnen zijn, of – waar nodig – juist twintig pogingen te doen voordat je je reactie deelt. Niemand kijkt mee en als student ben jij in charge van je eigen leerproces. Daarnaast hebben we natuurlijk de student die ‘s morgens vroeg uitblinkt en de student die ’s nachts pas productief wordt. Met e-training kan iedere student zijn eigen tijdstip kiezen om ermee aan de slag te gaan. Meer tips over effectiever trainen, al dan niet met een tool, vind je in ons gratis e-book!
© Nationale Onderwijsgids/ TrainTool