Daltononderwijs staat voor een brede vorming van de leerling op zowel cognitief, cultureel, sportief als sociaal-emotioneel gebied die bijdraagt aan een sterke persoonsontwikkeling. Het is adaptief onderwijs dat uitnodigt om op basis van (zelf)vertrouwen uitdagingen aan te gaan om zich verder te ontwikkelen. In Nederland zijn er zo’n 375 basisscholen en 25 middelbare scholen die werken vanuit het Daltonprincipe. In het hoger onderwijs hebben twintig hbo’s het Daltononderwijs omarmd. Daarnaast is de eerste school voor middelbaar beroepsonderwijs bezig om Daltonschool te mogen worden. Als een school voldoet aan de voorwaarden voor Daltononderwijs krijgt het een licentie voor vijf jaar. 

 

Daltononderwijs werd in 1922 ontwikkeld door Helen Parkhurst in Dalton, Amerika als tegenbeweging tegen de toen heersende ideeën over onderwijs. In plaats van stilzitten, luisteren en leren introduceerde Parkhurst een onderwijsvernieuwing die uitging van de behoeften van de leerling. In Nederland werd de eerste Daltonschool in 1925 gesticht in Den Haag. Het is in de loop van de jaren geëvolueerd van een meisjesschool met 200 leerlingen naar een middelbare school voor havo, vwo en gymnasium met bijna duizend scholieren. Pas vanaf de jaren tachtig kreeg het Daltononderwijs ook voet aan de grond buiten de Randstad.