In 2014 werd passend onderwijs ingevoerd: voor ieder kind een passende plek, dat was het doel. Dat klinkt prachtig, maar in de praktijk werkt het vaak niet. Niet voor ouders, niet voor leraren en ander onderwijspersoneel en vooral niet voor kinderen. Jaarlijks krijgen wij er bij Ouders & Onderwijs duizenden klachten over binnen. Ouders zitten klem omdat de behoeften van hun kind anders zijn dan de mogelijkheden die de school kan of wil bieden.
Door Lobke Vlaming
Een veilige schoolomgeving waar kinderen prettig kunnen leren is normaal. Tenminste, dat dacht ik op basis van de ervaring die ik heb met mijn kinderen. Zij gaan elke dag - met plezier - naar school. Dat dit voor een grote groep kinderen niet geldt realiseerde ik me pas echt toen ik directeur bij Ouders & Onderwijs werd.
Tijdens mijn introductie sprak ik als onderdeel van het telefoonteam met veel ouders. En ik schrok van wat ik hoorde. Voor veel kinderen is ongestoord naar school gaan allesbehalve vanzelfsprekend. Het is een worsteling zowel voor ouders als kinderen, elke dag weer. Deze ouders vechten om voor hun kinderen extra aandacht en aanpassingen te regelen. Telkens horen zij: ‘kan niet’, ‘mag niet’, ‘weet niet’ en ‘past niet’. Een situatie die soms leidt tot hoogoplopende conflicten tussen ouders en school. Het is zelfs zo dat kinderen soms jarenlang helemaal geen onderwijs krijgen.
Tientallen telefoontjes
En helaas heb ik het hier niet over een enkel telefoontje. Elke dag spreken wij tientallen ouders die niet meer weten waar ze het moeten zoeken. De helft van alle ouders die contact opneemt met Ouders & Onderwijs heeft problemen met passend onderwijs. Hun kinderen hebben wat anders nodig dan andere kinderen. Omdat ze bijvoorbeeld een handicap hebben, niet goed tegen drukte kunnen, veel of juist heel weinig moeite hebben met leren of ziek zijn. Voor deze kinderen is er passend onderwijs bedoeld.
De Staat van de Ouder
Dit jaar wordt het passend onderwijsbeleid geëvalueerd en na de zomer zal minister Slob verbetervoorstellen naar de Tweede Kamer sturen. Dit is daarom hét moment om voorstellen te doen voor beleid dat wél werkt. Daarom zijn wij het gesprek aangegaan met meer dan honderd ouders, hebben we alle klachten die de afgelopen tijd zijn binnengekomen geanalyseerd en deden we onderzoek onder duizenden ouders. Samen met ouders kwamen we zo tot concrete verbetervoorstellen. De resultaten en de verbetervoorstellen hebben we gebundeld in de Staat van de Ouder.
Steun voor ouders
In de vele gesprekken die ik afgelopen tijd heb gevoerd met ouders raakt het me diep dat veel van hen zich alleen en niet serieus genomen voelen. Zo weten ouders van klasgenoten vaak niet wat er speelt en is er weinig begrip voor ouders van kinderen met een ondersteuningsbehoefte. Onbedoeld wordt er hard geoordeeld. Zo worden vragende ouders lastig gevonden. Ze zouden er met al hun wensen voor zorgen dat de rest van de klas minder aandacht krijgt. En ligt het wel aan het kind? Het zijn vast de ouders die voor problemen zorgen. Ouders die vechten voor passend onderwijs voor hun kinderen voelen vaak het harde oordeel dat anderen onbedoeld afgeven. Een vervelende ervaring in een toch al lastige situatie. Daarom wil ik iedereen in en om het onderwijs oproepen om samen een steun voor deze ouders te zijn. Dat vergt een open blik, positieve nieuwsgierigheid en begrip.
Ook roep ik u op om op school te vragen hoe passend onderwijs geregeld is. Of alle kinderen goed mee kunnen komen en wat de school daaraan doet. Laten we samen zorgen voor een vangnet voor deze kinderen én hun ouders. In de tussentijd maken wij een punt van passend onderwijs en werken wij keihard om te zorgen voor beter beleid voor ouders en kinderen. Hoe we dat voor ons zien? Dat leest u in de Staat van de Ouder 2020.