Mensen moeten zich na hun afstuderen vaker laten om- of bijscholen, schreven ministers Van Gennip (Sociale Zaken) en Wiersma (Onderwijs) afgelopen maand aan de Tweede Kamer. Ze vinden het belangrijk dat werknemers zich kunnen aanpassen in een constant veranderende arbeidsmarkt. Klein nadeel: dat is best wel duur.
Na je studie niet bij de pakken neer zitten, maar soms een cursus hier of een extra studie daar volgen om mee te kunnen komen met (technologische) ontwikkelingen of in te spelen op het ontstaan van nieuwe beroepen. Een leven lang leren, wordt dat ook wel genoemd. In 2030 zou 62 procent van alle Nederlandse volwassenen aan scholing moeten deelnemen, vinden Van Gennip en Wiersma.
Omgaan met veranderingen
Tijmen Schipper, onderzoeker bij het lectoraat Leven Lang Ontwikkelen aan Hogeschool Windesheim, snapt die boodschap. "De arbeidsmarkt verandert in hoog tempo als gevolg van technologische, maatschappelijke en demografische veranderingen. Banen van nu zijn niet de banen van de toekomst en daarom is het belangrijk om je kennis en vaardigheden 'up-to-date' te houden." Schipper ziet verder dat werknemers die zich ontwikkelen vaak succesvoller zijn in en bewuster bezig zijn met hun carrière en dat leren een positief effect heeft op de werkcultuur.
De overkoepelende organisaties van alle universiteiten en hogescholen in Nederland, de Universiteiten van Nederland (UNL) en de Vereniging Hogescholen (VH), zien bij- en omscholen als "een zaak van groot publiek belang", vertelt VH-woordvoerder Jos Steehouder. "De vitaliteit van de arbeidsmarkt en dus onze economie hangt ervan af.
Lees verder